HOME / Onzorgvuldig onderzoek draaginsigne gewonden veteranen

Bureaucraten met rekenmachientjes

Ik sta cliënten bij in het hele traject (UWV/IVA, ABP/MIP en RVS). Daarbij valt mij op dat er zich veel misstanden voordoen bij de schadeafwikkeling. Daarom heb ik de SG gevraagd onderzoek naar deze misstanden te doen.

Marco verwijt Defensie niets, wél de bureaucraten met hun rekenmachientjes

Ook getrainde militairen als ‘genezerik’ Marco Boerendonk (47) lopen tegen grenzen aan. Bloedige gebeurtenissen tijdens lange missies onder hoogspanning in Afghanistan en Irak nestelen zich in Boerendonks hoofd tot het overloopt. Hij knakt wanneer hij onterechtwordt gearresteerd voor vermeende oorlogsmisdaden. PTSS was hard op weg hem te slopen, maar na jaren breekt eindelijk de zon door.

Hij verwijt defensie niks. Niet het bloed van gewonde militairen dat zijn gymschoenen doorweekte, als combat medic bij het 13e bataljon luchtmobiele brigade uit Assen. Niet de lichaamsdelen die hij bijeenzocht. Niet de constante vrees om op een bermbom te rijden. Niet de bloedvegen op zijn armen na het afvoeren van gewonden naar helikopters. Of de vele militaire ceremonies waarbij hij lijkkisten in de buik van transportvliegtuigen zag verdwijnen.

Maar toen ex-korporaal Boerendonk in 2014 door een posttraumatische stressstoornis (PTSS) psychisch in de problemen raakte kwamen de ambtenaren, de Defensieburgers, de juristen, de rapporten, de keuringen, de brieven en het eindeloze gesteggel met Defensiebeambten over een financiële regeling. Want ‘gewoon werken’, dat lukt sindsdien niet meer; hij kan geen enkele baas garanderen dat-ie op tijd aanwezig is op kantoor of in de keet.

Die ,,bureaucraten met hun rekenmachientjes” en hun ellenlange briefwisselingen. Ja, die verwijt hij álles.

Zijn medische dossier beschrijft de duikvlucht die hij maakte door de PTSS. Hij verloor vrijwel alles: relaties, contact met zijn kinderen, zijn gezonde verstand, eergevoel, zelfs het dak boven zijn hoofd. From hero to zero . Vijf lange jaren woonde hij in veteranenopvangcentra in Assen en Eelde.

 

Na tien jaar knokken krijgt hij compensatie

Het jarenlange knokken, samen met raadsman Ferre van de Nadort, tegen Haagse ambtenaren om financiële genoegdoening werpt eindelijk vruchten af: binnenkort krijgt hij compensatie voor de jaren dat hij geen betaald werk meer kan doen. Daarmee kan hij weer een huis betrekken, momenteel heeft hij slechts een briefadres bij zijn vriendin in Arnhem. Formeel is hij dakloos. In Bronbeek kreeg oud-geneeskundig verzorger Boerendonk het Draaginsigne Gewonden opgespeld door zijn oud-commandant. Niet de minsten waren erbij: Marco Kroon, behangen met de hoge militaire Willems-Orde, die hij kreeg voor bijzonder moedig optreden bij vuurgevechten in Afghanistan.

Defensie heeft de financiële genoegdoening gestort. Na jaren vechten tegen de bureaucratie kan de eindeloze stapel rapporten, brieven, (her)keuringen eindelijk in de vuurton. ,,De officieren in het veld neem ik niks kwalijk, wél de bureaucratische semi-militairen bij Defensie die achter hun bureautje zitten, met hun rekenmachientjes, die moeten beslissen wat ik wel of niet moet krijgen.”

„De jurist die mij al die tijd bijstond is een goede vriend geworden. Maar eerlijk: ik wil zijn nummer wissen uit mijn telefoon. En hem liefst nooit meer spreken. Al die shit moet uit mijn hoofd. Niet meer dakloos zijn. Ik wil nooit meer op mijn knieën bij de gemeente of ik alsjeblieft een briefadres mag hebben. Ik wil rust in mijn kop.”

Weten wat onze specialisten in uw zaak kunnen betekenen?

Leg uw zaak aan ons voor en wij vertellen u wat wij voor u kunnen doen. Het eerste consult is gratis en vrijblijvend, zo weet u waar u aan toe bent en zit u nergens aan vast!

Neem contact op met 020-496 9735

HOME / Onzorgvuldig onderzoek draaginsigne gewonden veteranen

CRvB: Onderzoek Draaginsigne gewonden onzorgvuldig

Ik sta cliënten bij in bezwaar en beroep tegen afwijzingen van het Draaginsigne gewonden (DIG) en al enige tijd verbaas ik mij over de onzorgvuldige wijze waarop het CADIG, de commissie die adviseert over de toekenning van een draaginsigne gewonden, onderzoek uitvoert. Vorige week was het dan zo ver: de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het onderzoek door het CADIG onzorgvuldig was. Consequentie: de afwijzing van tafel en er moet nieuw onderzoek worden uitgevoerd.

CRvB: Onderzoek Draaginsigne gewonden onzorgvuldig

Ik sta cliënten bij in bezwaar en beroep tegen afwijzingen van het Draaginsigne gewonden (DIG) en al enige tijd verbaas ik mij over de onzorgvuldige wijze waarop het CADIG, de commissie die adviseert over de toekenning van een draaginsigne gewonden, onderzoek uitvoert. Vorige week was het dan zo ver: de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het onderzoek door het CADIG onzorgvuldig was. Consequentie: de afwijzing van tafel en er moet nieuw onderzoek worden uitgevoerd.

De casus van cliënt

Op 23 april 2021 heeft cliënt een verzoek ingediend om het Draaginsigne Gewonden (DIG) toegekend te krijgen, vanwege psychische verwondingen (PTSS) die hij volgens eigen zeggen had opgelopen door zijn deelname aan een militaire missie in 1993. Appellant verwees naar verschillende traumatische gebeurtenissen die zich tijdens zijn uitzending zouden hebben voorgedaan, waaronder het stappen op een mijn, een dreiging met een AK-47 door een ex-Joegoslaaf, en het zien van de stoffelijke overschotten van twee mannen die door het hoofd waren geschoten. Deze ervaringen zouden volgens hem de oorzaak zijn van zijn PTSS.

Het verzoek werd echter afgewezen. Het besluit, dat werd genomen op 21 maart 2022 en later werd bevestigd op 13 december 2022, stelde dat de genoemde gebeurtenissen niet voldoende aannemelijk waren gemaakt. Ook werd er geen causaal verband aangetoond tussen de incidenten en de psychische klachten van cliënt. Het Draaginsigne Gewonden kan volgens de wetgeving alleen worden toegekend als een gebeurtenis tijdens een militaire missie kan worden bewezen en deze leidt tot ernstige psychische of fysieke schade.

De uitspraak van de rechtbank

De rechtbank bevestigde de afwijzing van het verzoek. Ze oordeelde dat cliënt niet overtuigend had aangetoond dat de beschreven gebeurtenissen daadwerkelijk hadden plaatsgevonden. De mijnontploffing en de bedreiging met de AK-47 werden door de rechtbank niet als feitelijk bewezen beschouwd. Wat betreft het incident van de gedode mannen, stelde de rechtbank dat er geen sprake was van herhaaldelijke of langdurige blootstelling aan oorlogstrauma’s, zoals vereist in de wetgeving voor toekenning van het draaginsigne.

Het hoger beroep

Cliënt was het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en ging in hoger beroep. Hij betoogde dat de procedure niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat het advies van de Centrale Adviescommissie Draaginsigne Gewonden (CADIG) niet deugdde. De Raad oordeelde echter anders dan de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van cliënt slaagde.

Volgens de Raad was het onderzoek van de CADIG niet zorgvuldig genoeg uitgevoerd. De commissie had namelijk wel geprobeerd om getuigen te vinden die de gebeurtenissen konden bevestigen, maar had dit niet grondig genoeg gedaan. Zo bleek dat de door cliënt aangedragen getuigen, ondanks eerdere beloften, niet allemaal gevonden konden worden. Ook had de minister van Defensie geen verdere stappen gezet om getuigen te achterhalen die wel degelijk bij de uitzending waren betrokken. De Raad wees erop dat Defensie als organisatie toegang had tot uitgebreide lijsten van betrokkenen bij de uitzending, wat het voor hen eenvoudiger zou hebben gemaakt om getuigen te vinden.

De beslissing van de CRvB

De Raad concludeerde dat het onderzoek door de CADIG niet aan de vereiste zorgvuldigheidsnormen voldeed. Dit betekent dat het op dat onderzoek gebaseerde advies niet had mogen dienen als basis voor de afwijzing van het verzoek. De Raad stelde dat de minister van Defensie nader onderzoek moest verrichten en opnieuw moest besluiten over het bezwaar van cliënt. Dit besluit markeert een belangrijk punt in de discussie over de zorgvuldigheid van militaire procedures rondom de toekenning van het Draaginsigne Gewonden.

Conclusie

Het besluit om het Draaginsigne Gewonden niet toe te kennen aan appellant werd niet als zorgvuldig genoeg beschouwd door de Raad. Dit heeft te maken met het onvoldoende onderzoeken van getuigen en de onduidelijkheid over de nauwkeurigheid van de gebeurtenissen die appellant had meegemaakt. De Raad heeft de minister van Defensie verzocht om verder onderzoek te doen en op basis daarvan opnieuw een beslissing te nemen.

Het is een geval dat aantoont hoe belangrijk het is om zorgvuldig om te gaan met het vaststellen van feiten en het waarborgen van eerlijke procedures voor veteranen die mogelijk schade hebben opgelopen tijdens hun dienst.

Lees de hele uitspraak

Weten wat onze specialisten in uw zaak kunnen betekenen?

Leg uw zaak aan ons voor en wij vertellen u wat wij voor u kunnen doen. Het eerste consult is gratis en vrijblijvend, zo weet u waar u aan toe bent en zit u nergens aan vast!

Neem contact op met 020-496 9735

Eenvandaag | Uit het nieuwe RIVM-rapport over blootstelling aan giftige chroom-6-verf staat dat medewerkers bij alle defensieonderdelen gevaar liepen. “Keer op keer blijkt dat Defensie slecht omgaat met de gezondheid van medewerkers”, zegt jurist Ferre van de Nadort.

Uit het nieuwste rapport van het RIVM blijkt dat niet alleen (oud-)defensiemedewerkers op de zogenoemde POMS-locaties (prepositioned organizational materiel storage) zijn blootgesteld aan chroom-6-verf. Blootstelling aan de giftige stof was op alle defensielocaties mogelijk. Daarom komen ook (oud-)medewerkers van deze locaties in aanmerking voor een schadevergoeding als zij ziek geworden zijn door de chroom-6. In het rapport staat dat zij niet voldoende beschermd waren.

Uitkeringsregeling uitgebreid

Demissionair staatssecretaris van Defensie Barbara Visser biedt haar excuses aan alle (oud-)medewerkers en hun nabestaanden. Ook wordt de uitkeringsregeling uitgebreid naar medewerkers op alle defensielocaties.

Visser zegt dat ze daarmee ‘het leed niet kan wegnemen’, maar dat het de bedoeling is dat de regeling laagdrempelig wordt. Ook moeten slachtoffers binnen 8 weken antwoord krijgen als ze een aanvraag indienen. Voor (oud-)medewerkers die op een van de vijf POMS-locaties werkten, komt een hogere vergoeding beschikbaar. Daarbovenop kunnen mensen nog individuele claims indienen.

Gebruik van chroom-6

Defensie gebruikt chroom-6 al sinds 1984 in verf voor tanks en ander materieel. Verf gaat dan langer mee en beschermt beter tegen roest. Al sinds 1973 weet Defensie dat verf met chroom-6 giftig is voor mensen die ermee werken. Deeltjes komen bijvoorbeeld vrij als ze de verf spuiten of schuren.

Chroom-6 kan allerlei ziektes veroorzaken als het in contact komt met de huid of wordt ingeademd. Bij langdurige blootstelling kan het verschillende soorten kanker veroorzaken of leiden tot eczeem, astma of COPD. Uit eerder onderzoek van het RIVM in 2018 bleek dat Defensie verzweeg dat chroom-6 ziekmakend was en niet voor goede beschermingsmaatregelen zorgde.

 

Niet onder de indruk

Jurist Ferre van de Nadort maakt zich sterk voor defensiemedewerkers die zijn blootgesteld aan giftige stoffen en vroeg in 2018 interne documenten van Defensie op via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Hij is niet onder de indruk van het nieuwe RIVM-rapport: “Er staat niks nieuws in, we wisten allang dat Defensie slecht omgaat met de gezondheid van haar personeel.”

“Dit verhaal sleept zich al 20 jaar voort en het is gewoon een continuing story. We weten al sinds 2000 dat die schilderswerkplaatsen niet goed waren”, zegt Van de Nadort. Hij noemt het rapport dat ook ‘niet bevredigend’. “Hoe kun je als overheid uitleggen dat je achter de feiten aanloopt? Het is keer op keer bewezen dat Defensie niet haar voorbeeldfunctie neemt om te laten zien hoe mensen veilig kunnen werken met gevaarlijke stoffen.”

 

Bewijslast bij slachtoffer leggen

Van de Nadort hoopt dat er met dit rapport een einde komt aan de lijdensweg van de slachtoffers. “Deze mensen zijn soms al 20 of 30 jaar ziek en ze wachten nog altijd op een reactie van Defensie.”

De jurist is niet te spreken over de manier waarop Defensie nu omgaat met de uitkeringsregeling. “Wat ze nu doen, is in feite de bewijslast bij het slachtoffer leggen. Mensen die denken dat ze zijn blootgesteld aan chroom-6 moeten dat zelf aantonen en ook bewijzen dat ze daardoor ziek zijn geworden.” Dat is volgens Van de Nadort alleen heel ingewikkeld doordat de registratie van Defensie niet op orde is.

 

‘Situatie nog steeds bedroevend’

“Het is bedroevend dat de situatie anno 2021 ook niet beter is”, zegt Van de Nadort. “De spuitcabines voor de schilders waren slecht en zijn dat nog steeds. Defensie legt te veel nadruk op de inzetbaarheid. De gezondheid van mensen lijkt er gewoon niet toe te doen.”

“De luchtmacht heeft in 2019 spuitcabines gesloten omdat ze niet voldeden aan de eisen, maar er zijn er toen twee opengehouden omdat anders de inzetbaarheid in het gedrang komt. En dat terwijl er al sinds 1986 brieven zijn waarin de arbeidsinspectie zegt dat de cabines niet op orde zijn”, legt Van de Nadort uit.

AD | Massagraven in Kosovo en dezelfde geur rond slachtoffers van vlucht MH17. De gruwelijkheden van toen zijn nooit weggegaan uit het hoofd van veteraan Lars, die met ernstige psychische klachten op straat staat. Hij wil wanhopig graag een huis in Utrecht, het zou zijn redding zijn. ,,Ze doen niets, alsof ik niet besta.”

De verantwoordelijkheid voor de huisvesting van veteranen ligt in veel gevallen bij gemeenten. Dat gaat in de veel gevallen niet goed. Men is onvoldoende doordrongen van de verplichting en van de problematiek rondom posttraumatische stressstoornis (PTSS). In mijn praktijk kom ik daardoor regelmatig schrijnende situaties tegen. Zo ook bij veteraan Karel, die aan PTSS lijdt.

Foto: het verblijf van Karel

Als 20-jarige militair zag Karel de massagraven in voormalig Joegoslavië. Beelden die nog steeds op zijn netvlies staan gebrand. Ook ruikt hij de geur nog. Hij voelt zich schuldig en kan geen aansluiting vinden in de maatschappij. Elke nacht spookt het. Dan is hij weer terug in Joegoslavië. Dan dringen de beelden van de massagraven zich aan hem op. Karel heeft meerdere traumatische ervaringen gehad, maar de massagraven zijn hem het meest bijgebleven.

Poeder, schimmel en verwaarlozing 

Karel werkt aanvankelijk nog bij Defensie en zit ‘intern’. In 2016 gaat het helemaal mis. Hij wordt ziek met psychische klachten. Hij krijgt last van zijn geweten. Het schuldgevoel, de angst en de schaamte van Karel zijn zo erg, dat hij zich opsluit op zijn kamer. Hij is bang en durft niet meer naar buiten. Drie jaar verblijft hij in een kamer op een kazerne. In eenzaamheid. Hij eet alleen poeder dat hij met koud water aanlengt, want een magnetron mag hij niet op zijn kamer hebben. Toen de corona uitbrak ging hij in zijn auto slapen vlakbij de wacht. Anders voelde hij zich niet veilig. Zijn kamer op de kazerne raakte hij kwijt, toen hij ontslag kreeg.

Karel wordt aan zijn lot overgelaten en er is niemand die zich om hem bekommert. Hij komt op straat  te staan en vindt uiteindelijk een slooppand waar hij zijn intrek neemt. Het slooppand heeft geen verwarming en alleen koud water. De schimmel staat op de muren. Karel eet nog steeds alleen poeder. Poeder heeft voor hem het voordeel dat hij de deur niet meer uit hoeft. Hij kan het simpelweg bestellen bij een postorderbedrijf.

Urgentie

Op 23 maart 2021 wordt het pand waar Karel in verblijft gesloopt. Hij wordt dan dakloos. Al sinds 2016 probeert Karel een urgentie te krijgen bij de gemeente Utrecht. Utrecht is aanvankelijk van mening dat zij geen verplichting hebben ten aanzien van veteranen en bovendien meent de gemeente Utrecht dat de situatie van Karel niet schrijnend genoeg is. In 2020 – nadat hij de kazerne moest verlaten – vroeg Karel opnieuw een urgentie aan bij de gemeente Utrecht. Maar verwijst naar Haarlem. Volgens de gemeente Utrecht zou Haarlem verantwoordelijk zijn voor Karel, omdat hij nu staat ingeschreven op het adres van het slooppand. Haarlem daarentegen wijst naar Utrecht. Maar Haarlem is ook van mening dat er geen reden is om de hardheidsclausule toe te passen, omdat zij van mening is dat er geen sprake is van een schrijnende situatie.

Karel zit nu in de situatie dat Utrecht stelt dat Haarlem verantwoordelijk is en dat Haarlem stelt dat Utrecht verantwoordelijk is. Nu gebeurt dat wel vaker, maar saillant detail is dat beide gemeenten de bevoegdheid hebben gemandateerd aan dezelfde stichting.

Zelfmoord is geen optie

Karel vraagt zich vaak af waar hij het allemaal voor doet. Jarenlang speelt hij met de gedachte er uit te stappen. Zelfmoord te plegen. Hij stopte regelmatig een pistool in zijn mond en speelt dan met de trekker. Een soort tic. Maar hij is bang. Bang omdat zijn kinderen dan geen vader meer hebben. Zijn kinderen ziet hij al jaren niet meer. Hij kan zich niet bij hen vertonen hij schaamt zich daar te veel voor. Ooit hoopt hij zijn kinderen weer te zien. Zelfmoord is dus geen optie en hij moet in de buurt van zijn kinderen blijven wonen, omdat hij hoopt zo ooit zijn kinderen weer te zien…

 

Het verhaal is authentiek, maar Karel is niet de echte naam van de veteraan.

 

 

1 2 3 37