Haarlem en Utrecht zetten veteraan met PTSS in de kou
De verantwoordelijkheid voor de huisvesting van veteranen ligt in veel gevallen bij gemeenten. Dat gaat in de veel gevallen niet goed. Men is onvoldoende doordrongen van de verplichting en van de problematiek rondom posttraumatische stressstoornis (PTSS). In mijn praktijk kom ik daardoor regelmatig schrijnende situaties tegen. Zo ook bij veteraan Karel, die aan PTSS lijdt.
Foto: het verblijf van Karel
Als 20-jarige militair zag Karel de massagraven in voormalig Joegoslavië. Beelden die nog steeds op zijn netvlies staan gebrand. Ook ruikt hij de geur nog. Hij voelt zich schuldig en kan geen aansluiting vinden in de maatschappij. Elke nacht spookt het. Dan is hij weer terug in Joegoslavië. Dan dringen de beelden van de massagraven zich aan hem op. Karel heeft meerdere traumatische ervaringen gehad, maar de massagraven zijn hem het meest bijgebleven.
Poeder, schimmel en verwaarlozing
Karel werkt aanvankelijk nog bij Defensie en zit ‘intern’. In 2016 gaat het helemaal mis. Hij wordt ziek met psychische klachten. Hij krijgt last van zijn geweten. Het schuldgevoel, de angst en de schaamte van Karel zijn zo erg, dat hij zich opsluit op zijn kamer. Hij is bang en durft niet meer naar buiten. Drie jaar verblijft hij in een kamer op een kazerne. In eenzaamheid. Hij eet alleen poeder dat hij met koud water aanlengt, want een magnetron mag hij niet op zijn kamer hebben. Toen de corona uitbrak ging hij in zijn auto slapen vlakbij de wacht. Anders voelde hij zich niet veilig. Zijn kamer op de kazerne raakte hij kwijt, toen hij ontslag kreeg.
Karel wordt aan zijn lot overgelaten en er is niemand die zich om hem bekommert. Hij komt op straat te staan en vindt uiteindelijk een slooppand waar hij zijn intrek neemt. Het slooppand heeft geen verwarming en alleen koud water. De schimmel staat op de muren. Karel eet nog steeds alleen poeder. Poeder heeft voor hem het voordeel dat hij de deur niet meer uit hoeft. Hij kan het simpelweg bestellen bij een postorderbedrijf.
Urgentie
Op 23 maart 2021 wordt het pand waar Karel in verblijft gesloopt. Hij wordt dan dakloos. Al sinds 2016 probeert Karel een urgentie te krijgen bij de gemeente Utrecht. Utrecht is aanvankelijk van mening dat zij geen verplichting hebben ten aanzien van veteranen en bovendien meent de gemeente Utrecht dat de situatie van Karel niet schrijnend genoeg is. In 2020 – nadat hij de kazerne moest verlaten – vroeg Karel opnieuw een urgentie aan bij de gemeente Utrecht. Maar verwijst naar Haarlem. Volgens de gemeente Utrecht zou Haarlem verantwoordelijk zijn voor Karel, omdat hij nu staat ingeschreven op het adres van het slooppand. Haarlem daarentegen wijst naar Utrecht. Maar Haarlem is ook van mening dat er geen reden is om de hardheidsclausule toe te passen, omdat zij van mening is dat er geen sprake is van een schrijnende situatie.
Karel zit nu in de situatie dat Utrecht stelt dat Haarlem verantwoordelijk is en dat Haarlem stelt dat Utrecht verantwoordelijk is. Nu gebeurt dat wel vaker, maar saillant detail is dat beide gemeenten de bevoegdheid hebben gemandateerd aan dezelfde stichting.
Zelfmoord is geen optie
Karel vraagt zich vaak af waar hij het allemaal voor doet. Jarenlang speelt hij met de gedachte er uit te stappen. Zelfmoord te plegen. Hij stopte regelmatig een pistool in zijn mond en speelt dan met de trekker. Een soort tic. Maar hij is bang. Bang omdat zijn kinderen dan geen vader meer hebben. Zijn kinderen ziet hij al jaren niet meer. Hij kan zich niet bij hen vertonen hij schaamt zich daar te veel voor. Ooit hoopt hij zijn kinderen weer te zien. Zelfmoord is dus geen optie en hij moet in de buurt van zijn kinderen blijven wonen, omdat hij hoopt zo ooit zijn kinderen weer te zien…
Het verhaal is authentiek, maar Karel is niet de echte naam van de veteraan.