Zorgelijke reactie Defensie op berichtgeving rond gasmaskers

De gasmaskers die Defensie ter beschikking stelt aan Nederlandse militairen bieden onvoldoende bescherming. Defensie weet dat al sinds 2005, zo blijkt uit een TNO-onderzoek dat ik in handen kreeg.

 

 

Samenvatting TNO-onderzoek naar gasmaskers

Uit een eerdere studie is gebleken dat, mits verstrekt in dejuiste maat, goed afgesteld en na voldoende training, het Nederlandse FM 12 gasmasker in staat is om in rust voldoende bescherming te bieden. Het beschermingsniveau tijdens daadwerkelijk inzet dient echter nog bepaald te worden. Een methode ontwikkeld om de bescherming van het gasmasker in bet veld te meten toonde reeds aan dat bij het doorlopen van een oefeningen zoals hardlopen, kruipen en springen de beschermingsfactor zoals gemeten in rust een te rooskleurig beeld geeft van het daadwerkelijke beschermingsniveau van het masker. In de voorliggende studie wordt inzicht gegeven in bet bescbermingsniveau van het Nederlandse gasmasker tijdens realistische NBC-oefeningen.

Tijdens een drietal veldproeven werd gebruik gemaakt van speciale voor deze metingen ontwikkelde apparatuur om de lekkage van het gasmasker te meten. Gelaats- en uitlaatventiellekkage zijn verantwoordelijk voor de belangrijkste bijdrages van het mogelijk slecht functioneren van gasmaskers. Aanvullend aan de lekkage-metingen werden ook de bewegingen van het masker en de druk in het masker geregistreerd. De druk in bet masker is vervolgens om te zetten in een  ademhalingspatroon. Zowel negatieve druk als gevolg van zware ademhaling en beweging kunnen oorzaken zijn voor een toename in lekkage.

Twee van de drie veldproeven zijn gehouden in Engeland en waren georganiseerd door DSTL, ons Engels zusterinstituut, welke over vergelijkbare apparatuur beschikt. Tijdens de eerste twee veldproeven werd realistische oefeningen uitgevoerd door militairen zoals schieten, hardlopen, voertuig entsmetten en het lopen van een verkenningspatrouille. Tijdens een derde oefening op de vliegbasis Leeuwarden werd in een schietsimulator geschoten om het effect van terugslag op de bescherming van bet masker te kunnen meten. Gedurende alle drie de veldproeven waren de soldaten gekleed in volledige NBC-uitrusting em ook ze ook de effecten van warmte, gewicht en bewegingsbeperking mee te nemen en de oefeningen realistischer te maken.

Analyse van de veldproeven leert dat bet Nederlandse FM 12 gasmasker lang niet altijd voldoende bescberming biedt. Hoewel geen directe correlatie kon worden gevonden tussen de beschermingsfactor enerzijds en specifieke bewegingen zoals schieten, inspanning gekoppeld aan zware adembhaling anderzijds, is toch overall een trend te zien dat bij extreme bewegingen en zware inspanning bet beschermingsniveau van het masker (te ver) daalt. Overigens lopen de resultaten tussen militairen enderling sterk uiteen. Het ademvolume tijdens inspanning stijgt van ongeveer 20 l/min tijdens de oefening tot maximaal 100 l/min. Het gemeten beschermingsniveau kan als basis dienen in studies die inzicht geven in hoeveelheden slachtoffers tijdens een NBC-aanval. Daarnaast kan de opgedane kennis over het bescbermingsniveau van (delen van) oefeningen dienen als uitgangspunt voor het opstellen van doctrines, wat wel en niet te doen wanneer het masker gedragen wordt. Tenslotte dienen de vastgestelde ademhalingspatronen omgezet te worden in realistische testen waarbij de capaciteit van de filterbussen realistisch wordt bepaald.

Nu worden filterbussen nog getest met relatief veel lagere luchtsnelheden. Ondertussen is bet onderzoek voortgezet onder additionele financiering van bet KPU bedrijf. Tijdens bet vervolgonderzeek worden onder andere klimatologische omstandigheden bij bet onderzoek betrokken.

Levensgevaarlijk! Oordeel zelf…

Wanneer een organisatie zegt dat veiligheid voor haar eigen personeel hoog in het vaandel staat, dan schept dat verwachtingen. Zeker bij Defensie. Dan zet je "Mothers Finest" op belangrijke posities....

Dit project is echter om financiële redenen uitgesteld tot 2023

Op 17 maart 2017 heeft Defensie vastgesteld dat er een vervanger is voor de chroom-6 houdende filterbus (de AMF-12) en wel de MILCF50. Zij geeft aan dat de kosten per filterbus naar verwachting circa 40 euro zullen zijn. Naast het jaarlijks verbruik moeten ook de inzetvoorraden vervangen worden. De nota meldt: “Dit project is echter om financiële redenen uitgesteld tot 2023.”

 

Levensgevaarlijk! Oordeel zelf…

Wanneer een organisatie zegt dat veiligheid voor haar eigen personeel hoog in het vaandel staat, dan schept dat verwachtingen. Zeker bij Defensie. Dan zet je "Mothers Finest" op belangrijke posities....

Levensgevaarlijk! Oordeel zelf…

Wanneer een organisatie zegt dat veiligheid voor haar eigen personeel hoog in het vaandel staat, dan schept dat verwachtingen. Zeker bij Defensie. Dan zet je “Mothers Finest” op belangrijke posities. Mannen en vrouwen die dat varkentje wel even zullen wassen. Die weten waar ze het over hebben, veiligheid serieus nemen en maak je het voor hen mogelijk om  doortastend en krachtdadig op te treden bij onveilige situaties. Maar je bent vooral eerlijk over veiligheid en licht het personeel juist en volledig voor. Wie zich in het gasmasker (filterbus) dossier verdiept komt bedrogen uit.

Wat is er aan de hand? Defensie gebruikt filterbussen van het type AMF-12. Volgens een onderzoek uit 2016 is het koolstof in deze filterbus geïmpregneerd met chroom-6. Er wordt door Defensie een onderzoek opgestart met als doel het vaststellen van de mate van blootstelling en het toetsen van de blootstelling aan de grenswaarden voor chroom-6.

Volgens Defensie kon met de gebruikte meetmethode de daadwerkelijke hoeveelheid koolstof niet worden vastgesteld, omdat de detectielimiet van de methode 0,1 mg was en de waarden hieronder lagen. Dat wil zeker niet zeggen dat er geen ontoelaatbare blootstelling is, want volgens een berekening verderop in het stuk was de grenswaarde voor de blootstelling 0,050 mg (50 ug) en dat is dus ver onder de detectielimiet van de meetmethode. Met de methode kan dus alleen worden vastgesteld of er een blootstelling is van 0,100 mg, de dubbele toegestane blootstelling. Met de meetmethode kan de stof dus pas ver boven de grenswaarde worden vastgesteld: de meetmethode is dus ongeschikt.

Dan wordt de blootstelling niet gemeten, maar berekend. Volgens die berekening ligt de maximale dosis dan ‘net’ boven de toegelaten dosis per dag. Dus ontoelaatbaar. Het woord ‘net’ verandert daar niets aan. Zeker wanneer bedacht wordt dat de grenswaarde sinds 2017 nog maar 1/5 van die in 2016 is.

De aanbevelingen, volgens het schrijven van 4 juli 2016 luiden dan ook dat de filterbussen vervangen moeten worden en dat er blootstellingsonderzoek moet worden uitgevoerd waarbij specifiek de afgifte van chroom-6 wordt gemeten.

Er is hier wel een opmerking te maken. Volgens het schrijven van Defensie is het niet bekend welke chroomverbinding is gebruikt om het koolstof te impregneren. Vandaar ook de het geadviseerde specifieke onderzoek naar afgifte van chroom-6. Dat onderzoek is niet uit gevoerd. Hoeveel chroom-6 blootstelling er is, kan dus niet worden vastgesteld. Net zomin als dat deze blootstelling gering is. Met de gebruikte meetmethode kan immers pas een blootstelling vanaf tweemaal de grenswaarde worden gedetecteerd. Op 17 maart 2017 heeft Defensie in ieder geval onderkend dat de AMF-12 filterbus chroom-6 bevat en daarom vervangen moet worden (bekijk de brief hier). Haast wordt daar niet mee gemaakt: de vervanging (40 euro per bus) is om financiële redenen uitgesteld tot 2013.

Gisteravond was de hoogste baas op het gebied van veiligheid bij Defensie in Nieuwsuur (bekijk de uitzending hier). De problemen met de filterbussen leken mee te vallen: “Overigens die chroom is bij gebruik niet te meten. Dus het is niet zo dat wij hebben kunnen aantonen dat je het inhaleert.” Deze uitlatingen zijn hoogst opmerkelijk. Je zou verwachten dat Defensie heeft geleerd en in ieder geval in woord duidelijk zal aangeven dat de filterbussen chroom-6 bevatten en écht niet meer gebruikt mogen worden. Dat is het minste wat je zou kunnen doen als goed werkgever. Maar kennelijk neemt men het niet zo nauw met de veiligheid van haar personeel.

 

Levensgevaarlijk

Deze houding – en het niet bekend maken van de onveiligheid van de filterbussen – is levensgevaarlijk. Daarmee ontneem je de werknemer de mogelijkheid om ook zelf een risico in te schatten. Bovendien weet de militair dan niet waarom de filterbus wordt vervangen en je werkt in de hand dat, ondanks dat er een veilig exemplaar beschikbaar is, militairen toch de oude bussen blijven gebruiken. Zij weten immers niet van het gevaar.

Maar het gaat verder. Ik sprak militairen die naar Mali gingen. Zij hebben de filterbussen gecontroleerd en vastgesteld dat hen voorafgaand aan de missie de chroom-6 houdende bussen (AMF-12) zijn verstrekt. Eén van hen zei: “ze hebben zich op papier goed ingedekt, want volgens mijn kledinglijst heb ik de nieuwe MILCF50-bus”. Hij had dus de nieuwe  chroomvrije filterbus moeten hebben, maar die was hem niet verstrekt. Kennelijk heeft de medewerker bij KPU (het kledingmagazijn) gedacht: we maken eerst de oude op, dan pas de nieuwe. Hij of zij moet zich van geen kwaad bewust zijn geweest…

Levensgevaarlijk! Oordeel zelf…

Wanneer een organisatie zegt dat veiligheid voor haar eigen personeel hoog in het vaandel staat, dan schept dat verwachtingen. Zeker bij Defensie. Dan zet je "Mothers Finest" op belangrijke posities....