Traumatisch ten onder in de Defensie-bureaucratie

Getraumatiseerde veteranen moeten vaak vele jaren wachten voordat hun schadeclaims zijn afgehandeld door het ministerie van defensie. De Nationale Ombudsman wil nu de onderste steen boven.

Quarree (55) ging twee keer op missie, in 2011 naar Afghanistan en in 2015 naar Mali. “In Afghanistan heb ik waarschijnlijk al PTSS opgelopen. Ik was gestationeerd op de luchtmachtbasis in Kandahar, waar ik vooral moest patrouilleren. Het was heftig daar. In de vier maanden dat ik er zat waren er rond de zestig raketaanvallen. Eentje plofte op 150 meter van mij neer.”

“Pas na mijn uitzending naar Mali in 2015 merkte ik dat het mis was”, zegt Quarree, die korporaal der eerste klasse-reservist was bij de luchtmacht en van beroep activiteitenbegeleider. “Ik kon de draad niet meer oppakken en raakte de weg compleet kwijt. Ik kreeg dissociaties, hoorde soms raketten op me afkomen en dook dan weg onder het bed. Mijn vrouw zei: ‘Wat doe jij nou?’”

Haastklus liep mis

Ook beroepsmilitair Mark Huijbregts (40), eerste luitenant bij de landmacht, maakte een traumatische gebeurtenis mee. Eind 2015 tijdens een uitzending naar Noord-Irak werd hij met enkele maten opgepakt door Koerdische strijders, toen ze voor een haastklus even buiten de basis waren. Ze werden onder schot gehouden, weggevoerd en meer dan zes uur gevangengezet. Uiteindelijk liep het goed af, maar de bedreigende gijzelingssituatie veranderde zijn leven ingrijpend.

De ervaring bleek zo traumatisch dat die hem PTSS opleverde, al realiseerde Huijbregts zich dat later pas. “Ik kreeg nachtmerries, ging steeds meer drinken om mezelf te verdoven en heb meer dan een jaar lopen aanklooien. Ik wist niet wat er aan de hand was. Na de missie was er geen leidinggevende die vroeg hoe het met me ging, ook al wisten ze allemaal wat er was gebeurd. Ik voelde me heel erg alleen staan”, vertelt hij. “De arts van Defensie dacht eerst dat ik een burn-out had. Ik ben twee jaar bezig geweest voordat ik de diagnose PTSS kreeg.”

Huijbregts en Quarree maken deel uit van een aanzienlijke groep veteranen die gezondheidsklachten heeft overgehouden aan hun missie. Het ministerie van defensie heeft voor hen een bijzondere zorgplicht die verankerd ligt in de Veteranenwet. Het heeft een uitgebreid zorgnetwerk ingericht, maar met name bij PTSS’ers kan de erkenning voor hun medische toestand en de behandeling vele jaren duren. Als zij eenmaal uitbehandeld zijn en hun zogeheten medische eindtoestand is vastgesteld door een keuringsarts, kan de afhandeling van verzoeken om schadevergoeding of een invaliditeitspensioen vaak opnieuw jaren duren door bureaucratische procedures en juridische strijd.

‘Helemaal op’ na twaalf jaar strijden

De Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen, tevens Veteranenombudsman, begon onlangs een eigen onderzoek naar de lange duur van de behandeling van letselschadeclaims door Defensie. De afgelopen vijf jaar kreeg de ombudsman veel klachten van veteranen over de ellenlange procedures, en na de bekendmaking van het onderzoek meldden zich er nog eens twintig. De veteranen vertelden hem dat ‘van enige zorg of hulp geen sprake is’, maakten melding van ‘tegenwerking door Defensie’ of zeiden ‘na twaalf jaar strijden helemaal op’ te zijn.

“We kregen tegenstrijdige verhalen”, zegt Van Zutphen. “De veteranen zeggen: het duurt veel te lang en Defensie begrijpt ons niet. Defensie zegt soms de indruk te hebben dat de veteranen het onderste uit de kan willen. Bij zo’n opmerking denk ik dan al snel: Dat is ook terecht, want die mensen is iets ernstigs overkomen in dienst van het vaderland, dus die mogen ook het onderste uit de kan.”

Ongeveer 10 procent van de circa 110.000 Nederlandse veteranen geeft aan dat zij psychische klachten hebben gekregen door hun missie, blijkt uit onderzoek van het ministerie van defensie. Zo’n 5 procent heeft PTSS-klachten die deels goed behandelbaar zijn, en ongeveer 1 à 2 procent houdt blijvende klachten. Bij Defensie zijn de afgelopen zes jaar bijna 600 schadeclaims ingediend, waarvan een kleine 160 zijn afgehandeld en er nog 430 in behandeling zijn.

‘Te weinig keuringsartsen’

In een reactie stelt Defensie maar een handjevol klachten van veteranen te hebben gekregen over de trage afhandeling van schadeclaims. “Het beeld is dat Defensie mensen in de kou laat staan, maar dat is niet zo”, aldus een woordvoerder. “Vertragingen komen onder andere vaak doordat keuringsartsen schaars zijn, maar vorig jaar zijn er nieuwe keuringsartsen bijgekomen. Als er vertraging zit bij de afhandeling van de schadeclaims of de keuringen dan moeten we dat oplossen. We zijn dan ook benieuwd naar de aanbevelingen van de ombudsman.”

Voor zijn onderzoek stuurde de ombudsman twee weken geleden een brief met een waslijst aan vragen aan minister van defensie Ank Bijleveld, waar hij voor 18 mei antwoord op wil. Na de zomer volgt dan een ronde tafelgesprek met alle betrokken partijen over oplossingen. Kort daarop komt de ombudsman met zijn eindrapport en aanbevelingen.

Jurist Ferre van de Nadort heeft jarenlange ervaring met letselschadeclaims bij Defensie. Hij staat ruim honderd veteranen met PTSS bij in hun juridische strijd tegen het ministerie, onder wie Huijbregts en Quarree.

“Defensie heeft een heel ingewikkeld bureaucratisch systeem opgetuigd, waarin alles op papier goed geregeld lijkt maar waar in de praktijk veel hindernissen zijn voor deze veteranen”, aldus Van de Nadort. “Het kan jaren duren voordat ze de juiste behandeling krijgen. Maar ook het vaststellen van het dienstverband en de medische eindtoestand neemt  jaren in beslag. Over een medische keuring mag Defensie 180 dagen doen, maar in de praktijk kan dat wel een jaar worden. En dan krijg je een verslag van twintig pagina’s vol met fouten.”

Tijd rekken

Veteranen als Quarree en Huijbregts zeggen dat hun PTSS-klachten zijn verergerd doordat de medische afhandeling van hun zaak al jaren duurt, iets wat ze ook van andere veteranen horen. Veel veteranen met PTSS denken dat het ministerie tijd rekt in de hoop dat hun gezondheid in de loop der jaren door behandelingen verbetert, zodat er minder schadevergoeding of pensioen hoeft te worden uitgekeerd. Maar volgens Van de Nadort gaat het juist vaak slechter met hen vanwege de lange, stroperige procedures.

“Deze jongens zijn uiterst kwetsbaar. Mensen met PTSS hebben geen zelfredzaamheid meer”, zegt Van de Nadort. “Het gaat om rechtszekerheid. Deze zaken moeten sneller afgekaart worden, anders wordt het onmenselijk. Dan blijven deze veteranen veel te lang in onzekerheid over hun toekomst en dat sloopt hen. De manier waarop Defensie nu met hen omgaat vind ik stuitend. Er gaan echt levens naar de knoppen.”

“Ik heb alle behandelingen gehad, maar ik ben er slechter aan toe dan daarvoor”, zegt Huijbregts. “Je zit volle bak met stress door de onzekerheid, omdat het allemaal zo lang duurt en ik een gezin heb te onderhouden.” Hij zit thuis vaak boven in z’n eentje op een kamer, omdat hij beneden bij zijn vrouw en kinderen te veel prikkels krijgt. “Mijn huwelijk is een paar keer bijna geëindigd in een scheiding. Mijn vrouw is ook al eens een paar maanden met de kinderen het huis uit gegaan. Bij haar was er meer begrip geweest als het bij Defensie sneller was gegaan.”

Huijbregts is arbeidsongeschikt verklaard, maar zijn medische eindtoestand is nog niet vastgesteld. Hij belt regelmatig met Defensie over de voortgang, maar krijgt meestal nul op het rekest. “Je moet zelf overal achteraan. Als je dan belt waarom het zo bizar lang duurt, hoor je vaak: Jouw zaak ligt op de stapel, je moet geduld hebben.”

Hij heeft inmiddels een aanvraag ingediend voor een hulphond. “Die voelt aan wanneer bij mij de spanning oploopt en haalt me hopelijk uit deze nachtmerrie. Ik wil alleen maar rust, mijn leven weer oppakken en er zijn voor mijn gezin.”

Ruzie om niks

Bij Sietse Quarree is de medische eindtoestand inmiddels wel vastgesteld, zodat hij nu een claim kan indienen. Door zijn PTSS kreeg hij last van woedeaanvallen en zocht regelmatig ruzie buiten de deur, vaak om niets. “Ik had een verrekt kort lontje”, zegt hij met een schuldbewuste blik richting zijn vrouw Ellen.

Het hele gezin is erdoor ontwricht, vertelt zij. “Sietse is net een kookwekker. Het ene moment is hij in een goede bui, maar dat kan door de kleinste dingen omslaan en dan wil je niet weten wat hij me allemaal toewenst. Het is moeilijk leven met hem. Hij heeft totaal geen zelfreflectie meer.” Quarree knikt: “Het is heftig voor iedereen om me heen. Ik heb nu medicatie, daarmee kan ik me wat beter staande houden.”

Er wordt heel snel gegrepen naar regels, wetten en juristen, zegt Veteranenombudsman Van Zutphen. Hij denkt dat Defensie de veteranen met PTSS met meer vertrouwen en minder wantrouwen tegemoet zou moeten treden.

“Mijn pleidooi straks aan de ronde tafel zal zeker ook zijn: we moeten hele goede procedures hebben als we gaan juridiseren. Op het departement zou de mentaliteit moeten zijn dat men deze veteranen ruimhartig, vlot en met begrip ondersteunt. Eerst samen de oplossing creëren en als dat echt niet lukt dan hebben we wetboeken, rechters en juristen, maar laten we het alsjeblieft niet zover laten komen.”

Lees ook:

Unifil-veteranen keren terug naar Libanon: ‘We waren veel te jong’

Het is dit jaar veertig jaar geleden dat de eerste Nederlandse militairen naar Zuid-Libanon gingen voor de Unifil-vredesmissie, die voor velen levensbepalend is geweest. Veteranen reizen terug naar de dorpjes en bases in Libanon uit nieuwsgierigheid en om van onverwerkte trauma’s af te komen.

Ik wilde niet meer alleen met mijn vader zijn

Trauma’s waar veteranen na hun uitzending naar conflictgebieden nog mee worstelen, komen ter sprake op Veteranendag. De problemen waar familieleden mee te maken krijgen, blijven vaak onbelicht. Kinderen van veteranen zoeken steun bij elkaar. ‘We proberen het doorgeven van trauma’s naar een volgende generatie te stoppen.’

(PSYCHISCH) LETSEL op het WERK


Weten wat onze specialisten in uw zaak kunnen betekenen?

Leg uw zaak aan ons voor en wij vertellen u wat wij voor u kunnen doen. Het eerste consult is gratis en vrijblijvend, zo weet u waar u aan toe bent en zit u nergens aan vast!

Lees meer…

Haarlem en Utrecht zetten veteraan met PTSS in de kou

De verantwoordelijkheid voor de huisvesting van veteranen ligt in veel gevallen bij gemeenten. Dat gaat in de veel gevallen niet goed. Men is onvoldoende doordrongen van de verplichting en van de prob...

OPROEP: meld klachten trage afwikkeling door Defensie

Ik roep veteranen met PTSS op om hun ervaringen met Defensie bij mij te melden. Het gaat om klachten over de wijze en snelheid waarmee door Defensie met PTSS, en de afwikkeling daarvan, omgaat. Ook ve...

Traumatisch ten onder in de Defensie-bureaucratie

TROUW, door: Gert Jan Rohmensen Getraumatiseerde veteranen moeten vaak vele jaren wachten voordat hun schadeclaims zijn afgehandeld door het ministerie van defensie. De Nationale Ombudsman wi...

 

Defensie wist in 2008 al van grote gezondheidsrisico’s burnpits voor militairen, maar bleef ermee doorgaan

Bron: EenVandaag

De gezondheidsrisico’s van werken met burnpits werden in 2008 al in kaart gebracht in een rapport van het ministerie van Defensie. Hoewel de gevaren duidelijk omschreven staan, werd nog jaren met deze burnpits gewerkt.

Vele honderden militairen hebben gezondheidsklachten opgelopen toen zij op uitzending waren in onder andere Afghanistan. Daar kwam men in aanraking met de rook van een burnpit, een afvalverbrandingsput. Uit een rapport uit 2008, in handen van EenVandaag, blijkt dat de risico’s toen al bekend waren.

Deken van rook

In het tot nu toe geheime document is te lezen wat de gevaren zijn van deze grote hopen smeulend afval. “De combinatie van fijnstof en daar aangebonden PAK’s en zware metalen leveren een belangrijk gezondheidsrisico op. De blootstelling aan deze emissie vindt dagelijks plaats, waarbij er ‘s avonds vaak een deken van rook over het kamp ligt. Dit wordt door het personeel als hinderlijk ervaren waarbij zelfs de ventilatie in de slaapcontainers wordt uitgeschakeld.”

De militairen die klachten hebben opgelopen zijn op missie geweest in Afghanistan, Irak en voormalig Joegoslavië. Omdat afval binnen de hekken van het kamp verwerkt moest worden en speciale ovens daarvoor niet altijd beschikbaar waren, werd het vaak in een grote kuil in brand gestoken, een zogenaamde burnpit. Het rapport uit 2008 heeft de afvalstroom binnen Kamp Holland in Afghanistan onderzocht.

 

Ruim 700 meldingen bij meldpunt

Tijdens dit onderzoek is een aantal risico’s in kaart gebracht. “Belangrijke conclusie uit diverse rapportages en uitgevoerde documentstudie is dat de emissie die vrijkomt bij verbranding bestaat uit grote hoeveelheden stofdeeltjes die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.” Maar ondanks deze conclusie zijn militairen nog jaren blootgesteld aan de rook die vrijkomt bij de burnpit.

Jurist Ferre van de Nadort staat militairen bij die gezondheidsklachten hebben na dit soort militaire missies. Inmiddels staat de teller op ruim 700 meldingen bij het, door hem opgerichte, meldpunt. “Dit rapport is vertrouwelijk, met als doel om dit kennelijk binnen de organisatie te houden. In dit rapport staat heel erg duidelijk hoe gevaarlijk de burnpits waren”, vertelt de jurist.

Rapport

De gezondheidsrisico’s van werken met burnpits werden al in 2008 al in kaart gebracht in een rapport van het ministerie van Defensie.

Defensie was zich zelf ook bewust van de gevaren

De opstellers van dit rapport, Defensie zelf, schrijft ook dat er politieke risico’s kleven aan deze manier van afvalverwerking. Zo is te lezen dat de openbaring waarin de afvalwerking zich afspeelt, in het zicht van bezoekers en pers, een ‘aanmerkelijk risico’ opleveren, waarbij er duidelijke nadelige gevolgen kunnen ontstaan voor de ‘operationele taakstelling en de beeldvorming van de Defensie organisatie’.

Van de Nadort vindt dat het ministerie van Defensie deze documenten al lang met de Tweede Kamer had moeten delen. “Het is duidelijk een heel alarmerend document. Wat men lijkt te doen is dat informatie die niet goed uitkomt geheim wordt gehouden.”

‘We zijn niet geïnformeerd’

D66-Kamerlid Salima Belhaj zegt dat ze de minister van Defensie gaat bevragen. “Ik wil weten of zij zelf wist over dit plan van aanpak. Het blijkt een rapport uit 2008 te zijn en dat vind ik bijzonder, omdat wij tot op heden niet zijn geïnformeerd. De gezondheidsrisico’s staan in hele heldere taal geformuleerd en dan denk ik wel: als je het al in 2008 wist, waarom is er tot op heden niks gebeurd om te voorkomen dat mensen mogelijkerwijs ziek worden?”

“Het is een beetje akelig om te zeggen, maar soms heb ik het gevoel dat we een debat voeren in de Tweede Kamer en dat mensen denken: ‘als ik niet alles zeg, zal het meevallen’. Maar bij deze nogmaals: het niet vertellen over wat er allemaal ligt en wat je allemaal wist is vele malen erger.”

Vanavond 21.00 NPO3: Secretaris Van de Nadort juristen in Tygo in de psychiatrie

Enkele maanden geleden kreeg ik de vraag voorgelegd of ik een cliënt had met PTSS die een exclusieve trauma-behandeling in een privékliniek in Manchester wilde ondergaan. Ik dacht meteen aan combat-fotograaf Rinze Klein, die nu ongeveer een jaar werkzaam is als secretaris voor burnpit.nl en oneerlijk-ontslag.nl.

Rinze heeft als combat-fotograaf de nodige trauma’s meegemaakt. Toen ik hem twee jaar geleden juridische bijstand ging verlenen, ging het niet goed met hem en zijn gezin. Een jaar geleden heb ik hem achter de gordijnen weggehaald en is hij – met vallen en opstaan – begonnen met de transformatie van combat-fotograaf naar secretaris.

Het is voor hem een gevecht geweest en dat was duidelijk merkbaar, maar heeft grote stappen gemaakt. Toen de vraag kwam of er een geschikte kandidaat met PTSS was voor een behandeling in de privékliniek, was de keuze voor mij snel gemaakt.

Hoe het afliep? Kijk vanavond om 21.00 uur naar NPO3.

TYGO IN DE PSYCHIATRIE

Is de psychiatrie wel die veilige plek waar je naar toe kan gaan als je psychische klachten hebt?TYGO IN DE PSYCHIATRIE | elke donderdag | 20:55 uur | NPO 3AFLEVERING 4 | 19-12-2019 | 20:55 uur | NPO 3 | Evangelische Omroep (EO)

Geplaatst door Zodiak Nederland op Woensdag 18 december 2019

Defensie wist het, de Kamer niet: onderzoek naar burnpits lag jarenlang op de plank

Eenvandaag |Onderzoeksorganisatie TNO kreeg in 2012 de opdracht van het Ministerie van Defensie om de gevaren van burnpits te onderzoeken. De resultaten van dat onderzoek zijn alleen nooit openbaar gemaakt.

Het rapport van TNO dateert van maart 2013, maar is tot nu toe niet actief naar buiten gebracht door het Ministerie van Defensie. Volgens toxicoloog Martin van den Berg, die op verzoek van EenVandaag het rapport bekeek, is de uitkomst duidelijk: “Er is een verhoogd risico voor mensen die in aanraking zijn gekomen met burnpits op een missie.”

Burnpits

Tijdens missies wordt al het afval verbrand in kuilen, omdat het te gevaarlijk is om het daar achter te laten. Het onderzoeksinstituut heeft een burnpit gesimuleerd en daar onder andere plastic afval, verfblikken en isolatiemateriaal in verbrand.

“Je ziet bij de verbranding stoffen ontstaan die slecht zijn voor je gezondheid, zoals PAX en chloor in hoge concentraties. TNO heeft ook onderzoek gedaan met longcellen en dan zie je ook dat daar schade ontstaat. Je kan dus concluderen dat deze stoffen ervoor zorgen dat de kans groot is dat je problemen krijgt met je longen”, zegt Van den Berg.

Gezondheidsklachten

Ferre van de Nadort is jurist en staat honderden militairen bij die klachten hebben nadat ze in aanraking kwamen met die zogenaamde burnpits. Veel van zijn clienten hebben longziektes, maar ook andere gezondheidsklachten zoals hartproblemen. Hij deed eerder een WOB-verzoek bij Defensie waarbij hij alle documenten over burnpits opvroeg, maar daar zat dit onderzoek niet bij.

“Het verbaast me dat dit onderzoek nu nog boven water komt. Zaken weglaten of niet volledige rapporten verstrekken, dat vind ik toch een vorm van achterhouden. En ik denk dat je daar niet goed aan doet.”

Onderzoek

Tweede Kamerlid Isabelle Diks van GroenLinks had dit rapport graag ontvangen, ook omdat er voortdurend over de gezondheid van militairen is gesproken. “Wat mij eigenlijk verbaast in deze zaak is dat de minister bij het eerste gesprek in de Tweede Kamer over de burnpits heeft aangegeven dat ze onderzoek gaat doen. Een beetje met de bijklank alsof zij niet wist dat het onderzoek van TNO dus al zeven jaar op de plank ligt.”

LEES OOK

Diks gaat de minister om opheldering vragen. “Waar ik Defensie op aanspreek, is dat op het moment dat informatie vrijkomt, dat beter inzicht geeft in welke positie wij onze militairen brengen, dan moet die informatie gewoon meteen gedeeld worden en niet jarenlang op de plank blijven liggen. Het gaat om de gezondheid van onze medewerkers.”

Ander doel

Defensie laat weten dat de zorg voor het personeel hoog in het vaandel staat. “Als mensen ziek zijn, is dat altijd erg, ongeacht de vraag waar het door komt. We trekken ons het lot aan van onze mensen of ze nu actief dienen of veteraan zijn.” Volgens Defensie was het doel van het TNO-onderzoek niet om de gevolgen van de burnpits voor de gezondheid van de medewerkers te onderzoeken.

“Het onderzoek is verricht om te bekijken hoe het beste de uitstoot van een burnpit kan worden gemeten. Het TNO-rapport is wel opgenomen in het literatuuroverzicht van het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) dat in april 2019 is aangeboden aan de Kamer, met name omdat het inzicht geeft in de samenstelling van verbrandingscomponenten bij vuilverbranding.”

Zorgelijke reactie Defensie op berichtgeving rond gasmaskers

De gasmaskers die Defensie ter beschikking stelt aan Nederlandse militairen bieden onvoldoende bescherming. Defensie weet dat al sinds 2005, zo blijkt uit een TNO-onderzoek dat ik in handen kreeg.

 

 

Samenvatting TNO-onderzoek naar gasmaskers

Uit een eerdere studie is gebleken dat, mits verstrekt in dejuiste maat, goed afgesteld en na voldoende training, het Nederlandse FM 12 gasmasker in staat is om in rust voldoende bescherming te bieden. Het beschermingsniveau tijdens daadwerkelijk inzet dient echter nog bepaald te worden. Een methode ontwikkeld om de bescherming van het gasmasker in bet veld te meten toonde reeds aan dat bij het doorlopen van een oefeningen zoals hardlopen, kruipen en springen de beschermingsfactor zoals gemeten in rust een te rooskleurig beeld geeft van het daadwerkelijke beschermingsniveau van het masker. In de voorliggende studie wordt inzicht gegeven in bet bescbermingsniveau van het Nederlandse gasmasker tijdens realistische NBC-oefeningen.

Tijdens een drietal veldproeven werd gebruik gemaakt van speciale voor deze metingen ontwikkelde apparatuur om de lekkage van het gasmasker te meten. Gelaats- en uitlaatventiellekkage zijn verantwoordelijk voor de belangrijkste bijdrages van het mogelijk slecht functioneren van gasmaskers. Aanvullend aan de lekkage-metingen werden ook de bewegingen van het masker en de druk in het masker geregistreerd. De druk in bet masker is vervolgens om te zetten in een  ademhalingspatroon. Zowel negatieve druk als gevolg van zware ademhaling en beweging kunnen oorzaken zijn voor een toename in lekkage.

Twee van de drie veldproeven zijn gehouden in Engeland en waren georganiseerd door DSTL, ons Engels zusterinstituut, welke over vergelijkbare apparatuur beschikt. Tijdens de eerste twee veldproeven werd realistische oefeningen uitgevoerd door militairen zoals schieten, hardlopen, voertuig entsmetten en het lopen van een verkenningspatrouille. Tijdens een derde oefening op de vliegbasis Leeuwarden werd in een schietsimulator geschoten om het effect van terugslag op de bescherming van bet masker te kunnen meten. Gedurende alle drie de veldproeven waren de soldaten gekleed in volledige NBC-uitrusting em ook ze ook de effecten van warmte, gewicht en bewegingsbeperking mee te nemen en de oefeningen realistischer te maken.

Analyse van de veldproeven leert dat bet Nederlandse FM 12 gasmasker lang niet altijd voldoende bescberming biedt. Hoewel geen directe correlatie kon worden gevonden tussen de beschermingsfactor enerzijds en specifieke bewegingen zoals schieten, inspanning gekoppeld aan zware adembhaling anderzijds, is toch overall een trend te zien dat bij extreme bewegingen en zware inspanning bet beschermingsniveau van het masker (te ver) daalt. Overigens lopen de resultaten tussen militairen enderling sterk uiteen. Het ademvolume tijdens inspanning stijgt van ongeveer 20 l/min tijdens de oefening tot maximaal 100 l/min. Het gemeten beschermingsniveau kan als basis dienen in studies die inzicht geven in hoeveelheden slachtoffers tijdens een NBC-aanval. Daarnaast kan de opgedane kennis over het bescbermingsniveau van (delen van) oefeningen dienen als uitgangspunt voor het opstellen van doctrines, wat wel en niet te doen wanneer het masker gedragen wordt. Tenslotte dienen de vastgestelde ademhalingspatronen omgezet te worden in realistische testen waarbij de capaciteit van de filterbussen realistisch wordt bepaald.

Nu worden filterbussen nog getest met relatief veel lagere luchtsnelheden. Ondertussen is bet onderzoek voortgezet onder additionele financiering van bet KPU bedrijf. Tijdens bet vervolgonderzeek worden onder andere klimatologische omstandigheden bij bet onderzoek betrokken.

Levensgevaarlijk! Oordeel zelf…

Wanneer een organisatie zegt dat veiligheid voor haar eigen personeel hoog in het vaandel staat, dan schept dat verwachtingen. Zeker bij Defensie. Dan zet je "Mothers Finest" op belangrijke posities....
1 2 3 13