Minister en CDS willen beste nazorg voor veteranen

Volgens een persbericht van het Ministerie van Defensie, willen minister Hennis-Plasscheart en de CDS de beste nazorg voor veteranen.


Minister en CDS willen beste (na)zorg voor veteranen

Deze suggestie deed minister Jeanine Hennis-Plasschaert vanmorgen bij de opening van de 8e 3-daagse conferentie voor ombudsmannen van krijgsmachten uit de hele wereld. Het thema van de bijeenkomst is de rol van ombudsinstituties bij internationale missies. Het doel: kennis delen en ervaring uitwisselen.

 

Benodigde zorg bieden

Ombudsmannen floreren als ze onderzoeken wat er fout ging en hoe het beter kan. Ze moeten altijd klaar staan om te luisteren naar en te reageren op klachten en zorgen van militairen. Die nemen steeds vaker deel aan internationale missies en 1 van de consequenties is de stijging van het aantal veteranen. Hennis noemde het van het grootste belang dat militairen voldoende hulp krijgen, zelfs nadat ze de dienst hebben verlaten. “Ontslag ontslaat ons niet van de verplichting om hen de benodigde zorg te bieden”, zei ze. “Ik ben ervan overtuigd dat door ervaringen uit te wisselen en op een praktische manier samen te werken de ombudsinstituten verder kunnen verbeteren en dus ook onze strijdkrachten en de levens van onze militairen.” Dankzij het zorgsysteem dat de afgelopen Jaren is opgebouwd, zijn de krijgsmachten in staat zorg te leveren, toegesneden op de persoon.

In zijn openingstoespraak riep Veteranenombudsman Reinier van Zutphen zijn collega’s op om de krachten te bundelen en de rechten van uitgezonden militairen bij huidige en toekomstige missies te beschermen. “Ombudsmannen hebben een rol tijdens en na afloop van missies, maar zeker ook in de voorbereiding van missies.”

 

Mentale fitheid

Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp was het er als veteraan volledig mee eens. “Onze mensen hebben recht op de beste zorg tijdens en na de missie. Als je slechts de beschikking hebt over een paar goede mensen, kan je maar beter goed voor ze zijn.”

Hij noemde 3 elementen waarmee militairen zich beter kunnen voorbereiden op hun uitzending. Dat is door hun mentale fitheid te trainen en te ontwikkelen. Ze kunnen beter omgaan met eventuele schokkende zaken. “Je kunt wel stoer doen en pretenderen dat het je niets doet, maar schokkende of levensbedreigende gebeurtenissen raken zelfs de meest geharde militair.”

Het tweede element is volgens de CDS goed leiderschap en dan met name van de officieren en onderofficieren in het veld. Hij vertelde hoe (onder)officieren in Afghanistan er voor zorgden dat een eenheid een schokkende gebeurtenis verwerkte en de militairen elkaar door de moeilijke periode hielpen. “Zonder gevoel van spijt gingen ze weer aan het werk. Samen werden zij sterker en een van de beste pelotons van de battlegroup.”

Culturele bewustwording

Als laatste pleitte Middendorp voor culturele bewustwording. “Als je de lokale cultuur begrijpt, kan je de juiste beslissingen nemen en vooruitlopen op de mogelijke gevolgen van jouw handelen”, aldus Middendorp. Soms is cultureel bewustzijn volgens hem een zaak van leven en dood. “We hebben ontelbare improvised explosive devices in Afghanistan onschadelijk gemaakt, dankzij de uitstekende contacten met de bevolking.”

Voor Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht luitenant-generaal Bart Hoitink staat tijdens de conferentie het delen van ervaringen centraal. “Leren van elkaar en begrip krijgen voor ieders specifieke rol met betrekking tot het bewaken van de rechten van militairen tijdens internationale missies”, verduidelijkt hij. “Zowel voor de uitgezonden militair als ook voor de inwoners van de landen waar onze militairen worden ingezet.”

IGK Hoitink en Veteranenombudsman Van Zutphen zijn de gastheren van het congres voor ombudsfunctionarissen die klachten behandelen over de defensieorganisaties:  the International Conference of Ombuds Institutions for the Armed Forces.

De conferentie duurt nog tot en met woensdag.