Waterschappen en ministerie reageren op affaire: ‘Geen aanleiding om toetsing aan te passen’
HEERHUGOWAARD – De waterschappen, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Universiteit van Leiden (CML) reageren op publicaties over een medewerker van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier die onder zware druk is gezet om een privé website te sluiten. NH Nieuws en NRC berichten hierover na gezamenlijk onderzoek.
Van verslaggever Joost Lammers
Het is onrustig in de wereld van de waterdata sinds NH Nieuws half januari voor het eerst berichtte over de kwestie van Rik. De medewerker van het Hoogheemraadschap ontdekte per toeval dat er verschillen zitten in de rekenmethode die in Nederland wordt gehanteerd en de methode die vanuit Europa wordt voorgeschreven.
Hij is vervolgens onder zware druk gezet om de website met die gegevens op zwart te zetten. Naar aanleiding daarvan heeft onder meer LTO, de organisatie van de boeren, vragen gesteld. Voor hen zijn de gegevens over bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater cruciaal.
Lees ook: Medewerker waterschap onder zware druk gezet om eigen website op zwart te zetten
De Unie van Waterschappen, waar ook de Noord-Hollandse waterschappen Amstel Gooi en Vecht, Rijnland en het Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier onder vallen, hebben de boeren laten weten dat de Leidse manier van het meten van concentraties gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater ‘in orde is’ en dat er ‘geen aanleiding is om de toetsing aan te passen’. De reactie aan NH Nieuws heeft een vergelijkbare strekking. Bevestigd wordt dat in Europa volgens een andere methode cijfers worden gerapporteerd dan in Nederlands beleid worden gebruikt.
Geen standpunt
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (voorheen Infrastructuur en Milieu) antwoordt op vragen over de verschillen die Rik heeft ontdekt in dezelfde bewoordingen.
Als het gaat om de druk die van het ministerie is uitgeoefend om de website te sluiten zegt een woordvoerder: “CML (Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden) heeft IenW eind 2016 geïnformeerd over het feit dat de heer [red, achternaam Rik] monitoringsgegevens van gewasbeschermingsmiddelen op een andere wijze presenteert en interpreteert dan CML. Het ministerie heeft daarop geen standpunt ingenomen.”
Uit documenten in het bezit van NH Nieuws en NRC komt een ander beeld naar voren. Daaruit blijkt dat Rijkswaterstaat, onderdeel van het ministerie, wel degelijk haar irritatie over de website van Rik en uitlatingen daarop heeft uitgesproken. Dat gebeurde onder meer een dag voordat de Leidse hoogleraar Milieubiologie Peter van Bodegom op 22 december 2016 op hoge poten eiste dat de site werd gesloten en hij zijn prijs zou inleveren.
Wat betreft open data zegt het ministerie: “Er is een beleid bij de Rijksoverheid over het beschikbaar stellen van open data. Data die met publieke middelen verzameld zijn, moeten zoveel mogelijk ook voor het publiek beschikbaar zijn, bij het ministerie van IenW gaat het hier onder meer over milieudata, zoals bijvoorbeeld via de Atlas voor de leefomgeving.”
Onafhankelijk onderzoek
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier laat weten dat het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) inmiddels de opdracht heeft gekregen een onderzoek te starten naar de melding van misstand die door Rik begin januari is gedaan.
Woordvoerder Marko Cortel: “De medewerker is geschorst als gevolg van een arbeidsconflict. Dat ligt eigenlijk in een uit de hand gelopen beoordelingsgesprek.” Over de druk die op Rik is gezet zowel intern als extern zegt hij: “We hebben begrepen dat de medewerker het gevoel heeft dat hij onder druk is gezet. Daar kan ik nu niks over zeggen. Daar laten we nu juist BING onderzoek naar doen. De collega, eventueel andere partijen en ook het Hoogheemraadschap zullen onderwerp van onderzoek zijn.” Het Hoogheemraadschap heeft de schorsing van Rik inmiddels wel omgezet in bijzonder verlof. Hoelang het onderzoek zal duren is onduidelijk.
Geen reactie Leiden
De Universiteit van Leiden wil niet inhoudelijk reageren op de boze mail van de hoogleraar aan het Hoogheemraadschap. De universiteit ziet het als een conflict tussen werknemer en werkgever.