POSITION PAPER Rondetafelgesprek chroom VI Defensie 1 november 2018
De relatie tussen de (overheids)werkgever en werknemer is gebaseerd op vertrouwen. Als werknemer mag je er op vertrouwen dat je werkgever zorgvuldig met jouw gezondheid omgaat. Ook mag je er op vertrouwen dat je juist en volledig wordt geïnformeerd over de stoffen waaraan je wordt blootgesteld en je mag er op vertrouwen dat je werkgever de maatregelen neemt die noodzakelijk zijn om te voorkomen dat je gezondheid wordt aangetast. En als dat gebeurt, dan mag je er op vertrouwen dat je eerlijk wordt geïnformeerd. Ten slotte mag je er op vertrouwen dat je werkgever aan de wettelijke verplichtingen voldoet. Aan de hand van recentelijk door mij geopenbaarde dossiers (Filterbus AMF-12, chromaatvrije primers en spuitcabines CLSK) wil ik ingaan op de wijze waarop met dat vertrouwen door Defensie is omgegaan.
Filterbus AMF-12. Elke militair heeft een gasmasker en gebruikt filterbussen. Gebleken is, dat de koolstof in de AMF-12-filterbussen is geïmpregneerd met chroom VI. Bij gebruik komt er stof vrij die kan worden ingeademd. Daarnaar wordt in juli 2016 onderzoek gedaan, maar de gebruikte meetmethode is niet geschikt voor het meten van chroom VI. Aan de hand van de gegevens wordt een berekening uitgevoerd. Uit die berekening blijkt een overschrijding van de norm. De onderzoekers adviseren een nieuw onderzoek met een geschikte meetmethode[1]. Dit onderzoek is door Defensie niet uitgevoerd. Op 29 maart 2017 concludeert Defensie desalniettemin dat de gezondheidsrisico’s erg klein zijn en wordt de vervanging van de filterbussen om budgettaire redenen uitgesteld tot 2023[2].
In de uitzending van Nieuwsuur[3] en op haar eigen website, stelt Defensie op basis van het rapport uit 2016: “Filterbussen voor militaire gasmaskers zijn veilig”[4]. Deze conclusie kan geenszins uit het rapport worden getrokken. Defensie heeft een plicht om onveilig handelen door haar werknemers actief tegen te gaan en geeft het verkeerde signaal af. Daarnaast lijkt zij het probleem zelf niet serieus te nemen.
Naar mijn mening moet het gebruik van de AMF-12 worden gestaakt en dienen de filterbussen te worden vervangen door een chroomvrij alternatief (MILCF-50). Ook dient er alsnog een deugdelijke meting te worden verricht, zodat werknemers weten of en in welke mate zij zijn blootgesteld.
Chromaatvrije primers. In 1998 concludeert TNO in een onderzoek naar chromaatvrije primers dat chromaatvrije primers op aluminium ongeveer gelijk presteren als chromaathoudende primers[5]. In maart 2000 raadt Defensie het gebruik van chromaatvrije primers op F-16’s af. Als reden wordt gegeven dat wanneer er corrosie optreedt, de vliegveiligheid en operationele inzetbaarheid zal verminderen. Waarom corrosie wordt verondersteld is onduidelijk, maar het project wordt in de ijskast gezet[6]. In verband met gewijzigde milieuwetgeving wordt in 2003 wel een chromaatarm alternatief onderzocht door het NLR[7]. Verdere ontwikkelingen trof ik tot 2016 in de stukken niet aan.
Op 18 maart 2015 geeft de Belgische Minister van Landsverdediging, Steven Vandeput, aan dat de verfindustrie sinds 2013 een gelijkwaardige chroomvrije vervanger voor grondlagen heeft en dat deze in België wordt gebruikt[8]. In Nederland wordt eerst door de werkgroep chroom VI op 11 februari 2016 gesproken over gebruik van chromaatvrije coatings op C-130 toestellen naar aanleiding van een vraag die binnen de ‘schilderscommunity’ zou leven[9]. Op 28 november 2016 wordt de chroomhoudende primer vervangen door de zogenoemde High Solid Primer (HSP) waarin bijna de dubbele hoeveelheid chroom VI zit (30% in plaats van 16%). De “theoretische” oplossing is het aanbrengen van een dunnere laag, maar door schilders is aangegeven dat dat niet kan; CLSK moet zich uitlaten over de juistheid daarvan[10]. Die uitlating trof ik niet aan tussen de stukken. In november 2016 wordt aangegeven dat het typebureau C-130 van Defensie met het NLR een certificatietraject zal opstarten voor een chromaatvrij verfsysteem voor de C-130. De Militaire luchtvaart Autoriteit (MLA) geeft voorlopige goedkeuring voor het gebruik van dit verfsysteem. Over dit traject trof ik verder niets meer aan.
In de uitzending van Nieuwsuur op 21 oktober 2018 wordt door de PC-LSK gesteld dat er op dit moment veilig wordt gewerkt met chroom VI en er geen gecertificeerde chroomvrije primer is. Defensie zou gebonden zijn aan de leverancier en degene die certificeert. Chroom VI zal in bestaande toestellen aanwezig blijven.
Niemand zegt dat alle bestaande toestellen volledig chroomvrij gemaakt moeten worden. Wat wel wordt verlangd is dat Defensie zich inspant om het (verdere) gebruik te stoppen. Defensie heeft hierin een eigen verantwoording en kan daarbij niet wachten op de markt. Van die inspanningen blijkt na 2003 niets uit het dossier. Niet valt in te zien waarom er niet eerder een certificeringstraject is gestart via de NLR en de MLA, zoals dat ook bij de C-130 zou gaan gebeuren of zoals in 2003 is gebeurd toen de milieuwetgeving veranderde.
Spuitcabines. Met de situatie rondom de afzuiging van de spuitcabines van 1993 tot en met 1998 van de Klu (CLSK) vertrouw ik u bekend. Op basis van de stukken blijkt dat daarmee de problemen niet voorbij waren. Een voorbeeld. Op 7 november 2002 heeft de projectleider bij de bouw van de aircraft repairbox voorspeld dat de afzuiging op Militair Vliegkamp de Kooi (MVKK), waar chroom VI wordt verwerkt, niet zou werken[11]. Na meerdere signalen, voert de Arbeidsinspectie op 24 september 2008 een inspectie uit. Er blijkt blootstelling aan een te hoge concentratie chroom VI en de arbeidsinspectie sommeert om deze situatie op te heffen[12]. Dat gebeurt niet. Uiteindelijk wordt de spuitcabine in mei 2013 (!) stilgelegd[13]. Werknemers zijn ruim tien (10) jaar blootgesteld aan een te hoge concentratie chroom VI.
In 2015 werden metingen uitgevoerd aan de spuitcabines van CLSK. Bij de cabines in Leeuwarden, Volkel en Eindhoven bleek de grenswaarde voor chroom VI te worden overschreden[14]. Uit de brief van de PC-LSK van 29 maart 2018 bleek dat cabines zijn stilgezet en met een “marginaal presterende” cabine is doorgegaan. Omdat de operationele bedrijfsvoering wordt gehinderd en er afbreuk wordt gedaan aan de geloofwaardigheid van het beeld dat Defensie bedrijfsveiligheid hoog in het vaandel heeft staan, wordt er op aangedrongen dat de realisatietermijn voor de vervanging van de cabines (2021/2022) wordt versneld[15].
*****
Naar mijn mening schaadt Defensie het vertrouwen dat haar werknemers in haar zouden moeten kunnen hebben. Die werknemers moeten er op kunnen vertrouwen dat zij niet onnodig worden blootgesteld aan chroom VI en dat Defensie daarbij meer voortvarendheid toont dan dat zij nu doet. Ook mogen zij er op vertrouwen dat zij juist en volledig worden geïnformeerd en dat als zij zijn blootgesteld, zij kunnen aankloppen bij hun werkgever en dat de gegevens over blootstellingen zijn bewaard. Die noodzaak is er zeker nu de bewijslast voor de blootstelling bij de werknemer ligt en aandoeningen zich vaak jaren later openbaren. Ik acht het daarom van belang, dat niet alleen in de toekomst blootstelling voortvarender wordt vermeden, maar ook dat blootstellingen uit het verleden worden onderzocht en vastgelegd.
Ook zal er aandacht moeten zijn voor het beeld dat Defensie over zichzelf schetst. Wanneer dat evident te rooskleurig is, dan schaadt dat niet alleen het vertrouwen dat het publiek in Defensie heeft, maar ook het vertrouwen van het eigen personeel. Een te optimistisch beeld is niet alleen ongeloofwaardig maar veroorzaakt ook een beeld dat Defensie de problemen niet serieus neemt.
24 oktober 2018
mr. F. van de Nadort
Naar de agenda van het ronde tafelgesprek: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2018A03795
[1] Nota CEAG 2016049065, d.d. 19 juli 2016 (http://oneerlijk-ontslag.nl/levensgevaarlijk-oordeel-zelf-1/).
[2] Nota DP BS20170040095, d.d. 29 maart 2017 (http://oneerlijk-ontslag.nl/project-is-echter-om-financiele-redenen-uitgesteld-tot-2023/).
[3] Nieuwsuur, 26 september 2018 om 22.00 uur.
[4] https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2018/10/09/filterbussen-voor-militaire-gasmaskers-zijn-veilig, d.d. 9 oktober 2018.
[5] TNO-rapport BU4.96/011632-1/AZ, d.d. 4 maart 1998 (http://chroom6-defensie.nl/tno-onderzoek-naar-meganische-en-corrosiewerende-eigenschappen-van-chromaatvrije-primers-voor-aluminium-en-staal/).
[6] Brief Directeur Materieel B2000021055, 12 april 2000 (http://chroom6-defensie.nl/bedrijfsvoeringsproblemen-bij-het-gebruik-van-chromaatvrije-primer-bij-de-f-16/).
[7] NLR NLR-CR-2003-419, september 2003.
[8] Vergadering Commissie voor landsverdediging 18 maart 2015, pt. 05.02 (https://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/54/ic119x.pdf).
[9] Verslag werkgroep chroom VI: 11e vergadering CLSK2016003144, 11 februari 2016 (http://chroom6-defensie.nl/werkgroep-chroom-vi-op-de-werkplek-11e-vergadering/).
[10] Directie Wapensystemen en Bedrijven DMO2016010376, 28 november 2016, p. 5 (http://chroom6-defensie.nl/nota-chroom-vi-problematiek/).
[11] http://chroom6-defensie.nl/mdocs-posts/2004-07-07-marheli-effectiviteit-luchtbehandelingssysteem-aircraf-repair-box-mvkk-kopie-2/
[12] http://chroom6-defensie.nl/mdocs-posts/2008-12-16-arbeidsinspectie-waarschuwing-arbo-kopie/
[13] http://chroom6-defensie.nl/mdocs-posts/2013-05-29-dhc-aanvraag-dienstverlening-caeg-spuitcabine-ohd-mvkk-kopie-2/
[14] http://chroom6-defensie.nl/nota-vervanging-spuitcabines-clsk-ivm-chroom-6/
[15] http://chroom6-defensie.nl/bespoediging-clsk-chroom-6-spuitcabines/