Nieuw onderzoek naar gezondheidsklachten militairen door burnpits

Het ministerie van Defensie laat het RIVM onderzoek doen naar mogelijke gezondheidsklachten door burnpits. Een groeiend aantal militairen – uitgezonden naar Afghanistan, Irak en voormalig Joegoslavië – zegt ziek te zijn door de vuilverbrandingen.

Minister Bijleveld wil meer duidelijkheid over de mogelijke relatie tussen gezondheidsklachten van veteranen en de uitstoot van burnpits. “Het gaat om mensen die bij ons gewerkt hebben of nog steeds bij ons werken. Wij zijn verantwoordelijk voor hun gezondheid en moeten dat serieus nemen. Wat we kunnen doen, doen we eraan,” zegt ze.

 

327 meldingen

Tijdens militaire missies werd in het kamp afval met benzine en kerosine verbrand in de open lucht. Het ging onder meer om huishoudelijk afval, medicijnresten en banden. In de rook van die zogenoemde burnpits kunnen giftige stoffen hebben gezeten. Onder uitgezonden militairen ontstond onrust nadat collega’s gezondheidsklachten hadden gemeld die verband zouden houden met burnpits.

Begin februari opende minister Bijleveld een meldpunt. Daar zijn inmiddels 327 meldingen binnengekomen. Een deel van die mensen maakt zich zorgen en een deel denkt daadwerkelijk ziek te zijn geworden van burnpits. Klachten die worden genoemd zijn onder meer oogklachten, astma, COPD, maar ook een herseninfarct of lymfeklierkanker.

 

Dertigers

Jurist Ferre van de Nadort maakt zich al langer sterk voor veteranen die tijdens een militaire missie zijn blootgesteld aan giftige stoffen. Hij startte al eerder een meldpunt burnpits. Daar kwamen al 586 meldingen binnen, waaronder 272 van mensen met ernstige klachten. “Het gaat vooral om longklachten en om hart- en vaatziekten”, vertelt Van de Nadort. “Wat me opvalt zijn de geboortedata, veelal na 1980. We hebben het dus echt over dertigers.”

Van de Nadort is bang dat de uiteindelijke onderzoeksvraag van het RIVM te beperkt wordt. “Als het alleen over de rook van de burnpits gaat, weet ik het antwoord al: we kunnen niet alle klachten toeschrijven aan de burnpits.”

 

Niet eerste onderzoek

Minister Bijleveld zegt dat ze breder wil kijken dan alleen de rook van burnpits. “Bij de analyse willen we ook andere dingen bekijken die de luchtkwaliteit en misschien ook de longfuctie van mensen beïnvloeden.”

Het is niet voor het eerst dat militairen en ex-militairen zich zorgen maken over hun gezondheid en een verband leggen met hun werkzaamheden voor Defensie. Het ministerie liet het RIVM eerder al onderzoek doen naar de kankerverwekkende reinigingsmiddelen PX-10 en de giftige chroom-6-verf.

 

Jurist Ferre van de Nadort is kritisch op het voornemen om onderzoek te laten doen door het RIVM.

Tweede Kamer wil bewustwordingscampagne PTSS vanwege defensiefotograaf Dave

“PTSS is een sluipmoordenaar”, zegt Tweede Kamerlid Isabelle Diks (GroenLinks). Daarom heeft ze een motie ingediend om bewustwording over posttraumatische stressstoornis te vergroten. Vandaag is die motie aangenomen.

Tijdens de Ronde Tafel van de Defensiecommissie van de Tweede Kamer over het veteranenbeleid pleitte jurist Ferre van de Nadort voor meer bewustwording van posttraumatische stressstoornis, oftewel PTSS. De Tweede Kamer wil nu een landelijke bewustwordingscampagne rond PTSS. De Kamer stemde vandaag in met een motie van GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks en SGP-Kamerlid Chris Stoffer. De ministeries van Defensie, Justitie en Veiligheid, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn gevraagd om de campagne te ontwikkelen.

Fotograaf Dave

Diks diende de motie in naar aanleiding van een reportage over PTSS van EenVandaag. Combat-fotograaf Dave kreeg tijdens het interview een herbeleving door een knal op de achtergrond. Dave lijdt aan PTSS, opgelopen tijdens zijn werk op missies in onder andere Afghanistan en Mali.

Dave is erg blij met de wens van de Kamer. “Het zou mij enorm hebben geholpen als mensen in mijn omgeving hadden gezien dat ik aan PTSS lijdt.” Ook Daves jurist, Ferre van de Nadort, is blij met de plannen. “Als mensen zich niet bewust zijn van de symptomen, ontstaat er een kloof tussen terugkerende militairen met PTSS en hun omgeving. Dat is gevaarlijk, want mensen die aan PTSS lijden zijn juist erg afhankelijk van hun omgeving.”

‘Sluipmoordenaar’

Diks omschrijft PTSS als een ‘sluipmoordenaar’. “Een soldaat die na een missie is teruggekeerd kan pas na jaren klachten krijgen. Dan hoort hij of zij een geluid, of een bepaalde combinatie aan woorden, en dan gaat opeens het licht uit.” Volgens Diks worden symptomen van PTSS daarom vaak verkeerd geïnterpreteerd. Een bewustwordingscampagne moet daar verandering in brengen.

Ook moet de campagne duidelijk maken dat PTSS niet alleen bij soldaten voorkomt, maar ook bij andere ’emotioneel zware beroepen’. “Of je nu een soldaat bent die op missie is geweest, een politieagent of een brandweerman; PTSS kan je hele leven overhoop halen”, zegt Diks. “Het is voor deze mensen ongelooflijk belangrijk dat ze op liefde en ondersteuning kunnen rekenen, in plaats van onbegrip.”

(PSYCHISCH) LETSEL op het WERK


Weten wat onze specialisten in uw zaak kunnen betekenen?

Leg uw zaak aan ons voor en wij vertellen u wat wij voor u kunnen doen. Het eerste consult is gratis en vrijblijvend, zo weet u waar u aan toe bent en zit u nergens aan vast!

Lees meer…

OM eist taakstraffen voor misstanden op kazerne in Schaarsbergen

De vijf (voormalig) militairen die terecht staan voor misstanden bij de mortiergroep in Schaarsbergen, hebben zich volgens het OM  ‘een militair onwaardig gedragen’. ‘Binnen de mortiergroep was sprake van een falend korporaalsgilde, dat als ware tirannen heerste over de andere manschappen’. Voor de meervoudige militaire kamer bij de rechtbank in Arnhem spraken de officieren van justitie vandaag harde woorden over de cultuur op de Oranjekazerne. De verziekte werksfeer leidde uiteindelijk tot aangiftes en een strafzaak, waarin vandaag de eisen werden uitgesproken.
De feiten waarvoor de vijf mannen terecht stonden, vonden plaats in 2013. Dat er pas jaren later aangifte werd gedaan, is volgens het OM verklaarbaar. De aangevers zijn niet voor niets luchtmobiele militairen en dus ‘in staat om te overleven’, aldus het OM. ‘Maar ook mannen van staal hebben hun kwetsbare plekken. En als er maar lang genoeg over grenzen wordt heengegaan, dan knappen zij ook. Dat is uiteindelijk bij alle drie aangevers gebeurd’, zei de officier in het requisitoir. Het beeld dat uit het strafrechtelijk onderzoek naar voren komt, noemde de officier ‘ronduit ontluisterend’.
In het requisitoir wees het OM op de grote gevolgen die de vernederingen hebben gehad voor de slachtoffers. ‘Getuigen die de incidenten afdoen als ‘geintjes’ of ‘activiteiten die erbij hoorden om de saamhorigheid tussen de manschappen te versterken’, gaan voorbij aan de impact voor de slachtoffers.’

‘Veteraan wordt nu pas geholpen als-ie piept’

Veteranenombudsman Reinier van Zutphen was een tijd geleden in Afghanistan, om een idee te krijgen van de omstandigheden waaronder Nederlandse militairen hun missie moesten uitvoeren. „Op 500 meter van ons vandaan werd een aanslag gepleegd”, vertelt Van Zutphen. Even voelde hij iets van de stress die een militair vaker en heftiger ervaart – en die een trauma kan veroorzaken, net zoals de stress van een ontploffende bermbom, een inslaande raket, een neerstortende helikopter of een beschieting in een hinderlaag.

NRC, door Karel Berkhout

Bij sommige veteranen komt dit soort gebeurtenissen maanden, maar vaak ook jaren later terug in nachtmerries en in herbelevingen die zich op de meest onverwachte momenten voordoen. Dan is sprake van het posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), 3 tot 5 procent van de veteranen heeft er last van. Zij hebben behalve flashbacks veelal ook slaapproblemen, stemmingswisselingen (soms ook woede-uitbarstingen) en allerlei angsten, worden vaak wantrouwig en sluiten zich af, ook voor hun naasten. De PTSS-klachten kunnen zo ernstig zijn dat de veteranen niet meer (volledig) kunnen werken en hun relatie zien stranden.

Van de veteranen die zich met een klacht melden bij de Veteranenombudsman, sinds 2014 een extra rol van de Nationale Ombudsman, zijn die met PTSS in de minderheid. „Toch valt PTSS ons wel op, omdat de stoornis vaak zo ernstig is. Wie last heeft van PTSS is echt aan de beurt. En dat geldt niet alleen voor jezelf maar ook je partner en je kinderen”, zegt Van Zutphen. „Uit gesprekken met familieleden weten we dat PTSS zo’n enorme druk op het gezin legt dat de partner van de veteraan soms ook een trauma oploopt.”

De Veteranenombudsman greep niet alleen in bij individuele gevallen, maar schreef ook enkele kritische rapporten over onder meer de omgang met Afghanistan-veteranen (titel ‘Uit het oog uit het hart’). Want, zegt Van Zutphen: „Ik wil dat defensie ook zorgt voor de mensen die nu tussen wal en schip vallen. Daar kan nog wel een schepje bovenop.”

Deze rapporten bespreekt de Tweede Kamer maandag met minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) bij een overleg over het veteranenbeleid. Deze maand is het namelijk vijf jaar geleden dat Nederland de Veteranenwet kreeg en daarmee de verplichting voor de staat om bijzondere zorg te verlenen aan militairen die op missie zijn geweest. „Nederland is sindsdien bezig met een inhaalslag. Landen als Groot-Britannië, de Verenigde Staten en Canada hebben al veel langer een speciaal veteranenbeleid”, zegt Matthijs van der Hoeven, onderzoeker bij de Veteranenombudsman en zelf veteraan.

Die inhaalslag verloopt met horten en stoten, toont bijvoorbeeld het aanvragen van het Militair Invaliditeitspensioen (MIP) door (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte veteranen. Een zwaar getraumatiseerde Bosnië-veteraan kreeg het pensioen pas toegekend na zeven jaar van formulieren invullen en keuringen doorstaan – anderen pas na negen jaar. Naar aanleiding van dit soort gevallen stelde de Veteranenombudsman vorige maand een onderzoek in naar de afhandeling van de pensioenaanvragen. Van Zutphen: „Twee weken na onze aankondigingen van het onderzoek hadden we vijftig klachten binnen, allemaal nieuwe zaken.”

Wanneer is het onderzoek klaar?

Reinier van Zutphen (RvZ): „Kort na het zomerreces, is de bedoeling. Het ABP, de uitvoeringsinstantie van de pensioenen, noemt zelf de afhandelingstermijn van een half jaar, dus vragen wij: hoe komt het dat het niet lukt? Nu duurt het vaak anderhalf jaar of nog langer. Al die tijd zit de veteraan in onzekerheid en dat is onmenselijk. Het gaat om mensen die hebben gestreden voor vrijheid, veiligheid en recht en daarbij hun leven op het spel hebben gezet. We hebben in een wet vastgelegd dat ze recht hebben op erkenning, waardering en bijzondere zorg. Die moeten we dan ook geven.”

Waarom is dat bij PTSS zo lastig?

RvZ: „Er ontbreekt nogal eens begrip over wat PTSS precies betekent voor iemand. Zowel voor de behandeling als voor de keuring moet je naar een arts, maar voor iemand met PTSS is dat een moeilijke stap. Artsen moeten dat begrijpen, deugdelijk inzicht hebben in wat het trauma medisch gezien precies inhoudt. Die kennis ontbreekt nogal eens. Dat zagen we ook bij de Q-koortspatiënten, dat de kennis van artsen niet helemaal up to the standards was.”

In uw rapporten schrijft u dat ook veteranen zelf vaak niet om hulp vragen. Hoe komt dat?

RvZ: „Eigenlijk zijn alle veteranen trots op wat ze gedaan hebben en willen ze graag bij de krijgsmacht blijven horen. Vertellen dat het niet goed met je gaat, zou kunnen betekenen dat je niet meer mee kan doen. Dat hebben we gezien bij Afghanistan-veteranen die een trauma opliepen door de ontploffing van een bermbom. Daarnaast zijn er veteranen die eigenlijk niets meer met de organisatie te maken willen hebben. Zij ontkennen wat hun is overkomen en praten er ook niet over. Die worden met een rotwoord zorgmijders genoemd.”

Wat mag je in die gevallen verwachten van defensie?

RvZ: „Ik verwacht dat defensie heel voortvarend optreedt als veteranen na hun terugkeer de nazorg-vragenlijsten niet invullen. Daarover maakt ik me grote zorgen, want nu geldt ‘geen bericht is een goed bericht’. Ik zeg: ‘Geen bericht is een signaal dat je erop af moet gaan’. Dat is zeker bij PTSS zo want die klachten kunnen zich soms jaren na terugkeer ontwikkelen. Zo kennen we veteranen uit Libanon, die twintig jaar later ineens de herinneringen aan hun uitzending herbeleven. Dus als iemand niet reageert op een verstuurde vragenlijst, ga dan naar hem of haar toe. Maak persoonlijk contact. Zeg: ‘Ik ben er voor jou en kom maar als er wat is’. Wacht niet af.”

Onderzoeker Matthijs van der Hoeven (MvdH): „Als veteranen nog in dienst zijn, moet een commandant het verzuim goed in de gaten houden. Verzuim kan betekenen dat de man of vrouw zich een dag kennelijk niet lekker voelt. Maar het kan ook een signaal zijn dat er meer aan de hand is. Daarom moet de commandant vaker doorvragen.”

In een individuele zaak van een veteraan met PTSS, die volgens u ‘onbehoorlijk’ is behandeld, bleken reservisten zoals hij bepaalde voorzieningen niet te krijgen. Hoe is het nu met de positie van reservisten?

MvdH: „ Gedurende onderzoek heeft defensie ingezien dat de ongelijkheid niet klopte en is dat gaan rechtzetten. Reservisten hebben nu in de nazorg dezelfde rechten als gewone militairen. Reservisten verdienen wel extra aandacht, omdat ze tijdelijk in dienst zijn. Zo zijn jongens met een goede baan op de Amsterdamse Zuidas naar Afghanistan gegaan om daar het lokale bestuur te ondersteunen. Na vier tot zes maanden deden ze dat uniform uit en meldden ze zich weer in driedelig pak op hun werk. Ook hen moet je goed monitoren.”

RvZ: „Zoals de artsen en verpleegkundigen die geregeld meegaan op een missie naar bijvoorbeeld Afghanistan. Naar hen wordt met enige regelmaat goed gekeken. Dat moet je ook met andere reservisten doen.

„Wat we van reservisten ook leren is dat de lifetime employed beroepsmilitair niet meer vanzelfsprekend is. Veel militairen gaan uit dienst, maar waar blijven die dan en hoe gaat het met ze? Defensie moet beter haar best doen om die mensen in de smiezen te houden.”

Veteranen die zich melden raken vaak verdwaald tussen de verschillende instanties. Zien jullie dat ook?

RvZ: „Ja, om aanspraak te kunnen maken op voorzieningen moet je vaak eerst een invaliditeitspensioen krijgen. Als je door deze poort heen bent, gaan er deuren voor je open – maar je moet de poort wel vinden. Vervolgens word niet altijd verteld waar je aanspraak op kunt maken.”

MvdD: „Bijvoorbeeld: mensen die heel erg transpireren kunnen in aanmerking komen voor een wasvergoeding, elke maand wat extra geld om lakens en kleding te wassen. Er zit bij het invaliditeitspensioen een hele menukaart van dit soort voorzieningen, maar veteranen krijgen die niet te zien. Je krijgt het pas als je ‘piept’. Dit ‘piep-systeem’ vinden wij zo vreemd dat we het meenemen in ons onderzoek naar het pensioen.”

RvZ: „Dat is voor mij – en misschien dat ik dit iets te vaak zeg – een signaal dat we te maken hebben met de overheid. Met een overheid die vanuit systemen denkt en zich niet verplaatst in degenen voor wie ze aan het werk is. Zo krijg je klachtenprocedures en rechtszaken. Die kun je voorkomen door je te verplaatsen in de veteraan en je af te vragen: wat heeft deze man of vrouw op dit moment nodig? Die hoeft niet te baden in weelde tot het eind van zijn of haar leven, maar moet krijgen wat hij of zij nodig heeft om zelfredzaam te zijn en mee te blijven doen in de samenleving.”

Correctie (24 juni 2019): in een eerdere versie van dit artikel stond dat Reinier van Zutphen een aanslag in Mali meemaakte. Dat moet zijn: Afghanistan. Dat is hierboven aangepast.

Kamerbrief Defensie 20 juni 2019 (onderzoeken voorvallen KMA)

Op 13 december jl. heb ik, mede namens de minister, uw Kamer geïnformeerd over verschillende onderzoeken die Defensie op dat moment instelde naar aanleiding van enkele gesignaleerde voorvallen op het gebied van sociale onveiligheid en onwenselijk gedrag (Kamerstuk 35.000-X, nr. 76). De onderzoeksrapporten zijn inmiddels gereed. Ik informeer u in deze brief, mede namens de minister, over de bevindingen en maatregelen.

 

Onderzoeken NLDA naar ongewenst gedrag

Op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) en het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), beide onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA), zijn in december jl. twee onderzoeken gestart naar aanleiding van signalen die de commandant van de NLDA op dat moment had ontvangen over ontoelaatbaar gedrag. Het ging enerzijds om het delen van kwetsend en beledigend beeldmateriaal in een WhatsApp-groep, waaronder afbeeldingen van pornografische en racistische aard en met verwijzingen naar Nazi-Duitsland (onderzoek 1). Anderzijds had de commandant van de NLDA signalen ontvangen die de sociale veiligheid betroffen, onder meer over ongepaste relaties tussen een kaderlid en cadetten (onderzoek 2).

In de bijlage bij deze brief vindt u de bevindingen van de beide onderzoeken, evenals de bevindingen van een derde onderzoek naar ontoelaatbare uitingen in relatie tot Nazi-Duitsland op een andere defensielocatie. Gelet op de bevindingen van de onderzoeken naar het ongewenste gedrag op de NLDA, ben ik van oordeel dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag door de betrokken studenten (onderzoek 1) en door het betreffende kaderlid dat relaties had met meerdere cadetten (onderzoek 2).

 

Maatregelen

Allereerst zullen algemene maatregelen worden genomen, zoals het nadrukkelijker uitdragen en strakker handhaven van de bestaande normen en het actief bevorderen van een sociaal veilige leef- en werkomgeving binnen de NLDA.

Daarnaast vraagt het om meer specifieke maatregelen. Op basis van het onderzoek naar het beeldmateriaal ben ik van oordeel dat vijf NLDA-studenten de normen op ernstige wijze hebben overtreden. Dit geldt ook voor het kaderlid dat relaties had met meerdere cadetten. Het proces dat moet leiden tot het treffen van passende maatregelen ten aanzien van deze studenten en het kaderlid is in gang gezet.

Ook zal een evaluatie plaatsvinden met en van de voor hen verantwoordelijke leiding ter plaatse met als doel herhaling te voorkomen. Met de overige betrokkenen bij de WhatsApp-groep en de voor hen verantwoordelijke kaderleden en docenten zullen gesprekken worden gevoerd waarin normbesef centraal zal staan, evenals het bevorderen van een cultuur waarin cadetten en leidinggevenden elkaar veilig kunnen aanspreken op ongewenst gedrag.

Bovendien zal dit incident in samenhang met de gedragscode en -regels Defensie in nader te bepalen werkvormen met alle studenten van de NLDA worden besproken om er lering uit te trekken.

Tevens wordt de SG-aanwijzing waarin regels zijn gesteld met betrekking tot het aangaan van relaties in de werkomgeving op korte termijn gepreciseerd met bepalingen die specifiek zijn toegesneden op de context van Defensie-opleidingen. Het gaat hierbij onder andere om het aanscherpen van de regels voor opleidingseenheden. Zodra dit gereed is, zal hier binnen de NLDA breed aandacht voor worden gevraagd. Voorts worden de richtlijnen omtrent het gebruik van social media en communicatie binnen groepen zoals WhatsApp nader gepreciseerd.

Uit het onderzoek sociaal veilige leef- en werkomgeving (onderzoek 2) en uit het werkbelevingsonderzoek dat is gehouden onder de NLDA-studenten, zoals aangekondigd in mijn brief van december, komt naar voren dat er ook maatregelen nodig zijn die voorwaardelijk zijn om een sociaal veilige leef- en werkomgeving te realiseren. Daarbij zal onder meer moeten worden gekeken naar de kwaliteit van huisvesting, de personele bezetting, het tegengaan van verveling, de inrichting van opleidingen, cultuur, communicatie, de verdeling van bevoegdheden en de samenstelling van het kader. Ik heb daarom de secretaris-generaal opdracht gegeven om een taskforce in te richten die de benodigde maatregelen in kaart gaat brengen en een plan van aanpak zal opstellen dat zich richt op de oplossing van problemen op systeemniveau. De taskforce betrekt hierbij ook de uitkomsten van het genoemde werkbelevingsonderzoek. Uiteraard zal ik uw Kamer op de hoogte stellen van de voortgang.

Mede namens de minister,

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Drs. B. Visser

1 2 3 4 5 6 38