Minister informeert de Kamer over verankering PTSS en 24/7 Loket Politie

29 628 

Politie

Nr. 545

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2015

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer toegezegd u voor de zomer 2015 te informeren over de wijze waarop de zorg voor politieambtenaren met beroepsziekten zoals PTSS wettelijk verankerd kan worden. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging. Tevens wordt daarin ingegaan op twee andere toezeggingen, te weten het functioneren van het 24/7 Loket Politie en de behoefte aan geestelijke verzorging bij de politie.

Wettelijke verankering zorg voor politieambtenaren met beroepsziekten.

Het werk van politieagenten heeft een bijzonder karakter. Politieagenten gaan immers met regelmaat naar gevaarlijke of anderszins ingrijpende situaties om in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Daar waar anderen terugtreden zet de politie een stap naar voren.

Politieambtenaren verdienen dan ook erkenning en waardering voor hun inzet ten dienste van de Nederlandse samenleving. Hier ligt een taak voor de overheid om de erkenning van de inzet van de politiemedewerkers en de waardering die hen daarvoor toekomt meer dan tot nu toe gedaan is te bevorderen.

Als gevolg van het uitvoeren van hun taken en de risico’s die dat met zich brengt kunnen er gevolgen voor de gezondheid van politieambtenaren optreden. Ik ben van oordeel dat, waar dergelijke gevolgen aan de orde (kunnen) zijn, politiemedewerkers recht hebben op een vorm van bijzondere zorg. Deze bijzondere zorg komt in aanvulling op de gebruikelijke zorg voor politiemedewerkers als gevolg van goed werkgeverschap en in aanvulling op de bestaande wet- en regelgeving. De bijzondere zorg omvat het bieden van goede, passende (na)zorg voor politieambtenaren, die dat als gevolg van het bijzondere karakter van het politiewerk nodig hebben en op het ondersteunen van hun relaties. Ook is deze zorg gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen bij politiemedewerkers als gevolg van het politiewerk.

Ik ben voornemens deze bijzondere zorgplicht op basis van artikel 47 van de Politiewet 2012 vast te leggen in een nieuw hoofdstuk in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). Hiermee wordt de bijzondere zorg voor politieambtenaren geëxpliciteerd en afgebakend. De uitvoering wordt beter toetsbaar en controleerbaar.

De bijzondere zorgplicht laat uiteraard onverlet – en ligt in het verlengde van – de materiële zorg op grond van wettelijke voorschriften in verband met werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en overlijden en de psychosociale zorg en begeleiding.

Bij de inrichting van de bijzondere zorgplicht voor politieambtenaren dringt een vergelijking met de Veteranenwet zich op. Daarbij dienen naast de overeenkomsten ook de verschillen goed voor ogen te worden gehouden. Zo staat bij de Veteranenwet de inzet onder oorlogsomstandigheden of deelname aan een missie centraal. Hierbij kan een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de periode voor, tijdens en na inzet. Kenmerkend voor deze – militaire – inzet is dat reguliere Nederlandse regelgeving veelal toepassing mist. De politietaak daarentegen wordt uitgeoefend binnen het in Nederland geldend wettelijk kader. Anders dan bij militaire inzet is de uitoefening van de politietaak continue aan de orde. De periodes voor, tijdens en na inzet vloeien iedere dag weer in elkaar over, inzet van de politieambtenaar vindt elke dag plaats. Een groot deel van de veteranen is bovendien buiten de Defensieorganisatie werkzaam terwijl bovengenoemde zorgplicht voor het merendeel van toepassing zal zijn op politieambtenaren in actieve dienst.

In het Besluit algemene rechtspositie politie zullen ter invulling van de zorgplicht de volgende elementen worden geregeld:

  1. De verplichting voor de korpschef om een beleid te voeren dat gericht is op bevordering van erkenning van de verdiensten van politieambtenaren, van erkenning van de mogelijke gevolgen van de uitoefening van de politietaak voor hun gezondheid als onderdeel van goed werkgeverschap, en van de waardering die politieambtenaren op grond van hun verdiensten toekomt. Hierbij kan worden gedacht aan herdenkingen en bevordering van de beroepstrots, zoals de Tuin der Bezinning, en het medaillebeleid.
  2. Een verplichting voor de korpschef met betrekking tot de zorg voor politieambtenaren, die inhoudt dat politieambtenaren zowel mentaal als fysiek goed worden voorbereid op de uitoefening van de aan hen opgedragen politietaak en dat politieambtenaren goed worden begeleid tijdens de uitoefening van deze taken
  3. Een verplichting voor de korpschef met betrekking tot de bijzondere zorg voor (gewezen) politieambtenaren met beroepsgerelateerde aandoeningen. Deze bijzondere zorgplicht houdt in dat (gewezen) politieambtenaren met beroepsgerelateerde aandoeningen en hun relaties worden bijgestaan bij hun revalidatie en re-integratie en bij het verkrijgen van materiële zorg en psychosociale ondersteuning Een concreet onderdeel van deze zorgplicht is het in stand houden van voorzieningen voor 24-uurs bereikbaarheid bij acute hulpvragen en voor vroegtijdige signalering of hulpvragen vanuit familieleden of directe omgeving van de politiemedewerker.
  4. De verplichting voor de korpschef om wetenschappelijk onderzoek te bevorderen naar aandoeningen die gerelateerd kunnen zijn aan de uitoefening van de politietaak. Deze opdracht vloeit voort uit hierboven gedefinieerde bijzondere zorgplicht voor politieambtenaren. Met de resultaten van dit onderzoek wordt beoogd om op basis van nieuwe inzichten beroepsgerelateerde aandoeningen van politieambtenaren beter te kunnen behandelen of voorkomen en zodoende beter invulling te kunnen geven aan de zorgplicht.

De bijzondere zorgplicht zal mede van toepassing zijn op de (gewezen) politieambtenaar aan wie buitengewoon verlof is verleend in het kader van deelname aan een door mij aangewezen missie. Aangezien politie- en defensiepersoneel steeds meer gezamenlijk worden uitgezonden zal daar waar wenselijk en mogelijk worden samengewerkt met Defensie op gebied van bijzondere zorg, met aandacht voor de verschillen in beide organisaties.

De bijzondere zorgplicht zal verder vergelijkbaar worden geregeld voor de vrijwillige politieambtenaar die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.

Met de voorgenomen vastlegging van de bijzondere zorgplicht in regelgeving wil ik waarborgen dat politieambtenaren met beroepsgerelateerde aandoeningen, fysiek dan wel psychisch, de zorg en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.

In de praktijk is te zien dat de politie er hard aan werkt om dit binnen de context van de nationale politie al zoveel mogelijk vorm te geven. In de visie op Veilig en Gezond Werken erkent de politie de zorgplicht die voortvloeit uit de risico’s van het politievak. Deze visie is richtinggevend voor de inrichting op het gebied van veilig en gezond werken, die op dit moment wordt omgevormd tot een landelijke inrichting. Ook de politievakorganisaties hebben ingestemd met deze visie. Gebaseerd op deze visie richt de politie een stelsel van zorgvoorzieningen in, waarmee de begeleiding, ondersteuning en zorg voor politiemedewerkers die ziek zijn geworden wordt vormgegeven. Ook is in de nieuwe inrichting van Veilig en Gezond Werken ruimte gemaakt voor voorzieningen voor collega’s die extra zorg nodig hebben als gevolg van het politiewerk, zoals de erkenningsprocedure voor politiemedewerkers met beroepsziekten en gespecialiseerde opvang, (medische)zorg en ondersteuning van deze collega’s. Het 24/7 loket is eveneens een voorbeeld van de extra zorg die geboden wordt.

Daarnaast heb ik uw Kamer vorig jaar geïnformeerd over de Coulanceregeling PTSS (kamerstuk 29 628, nr. 468) waarmee invulling wordt gegeven aan een (im)materiële schadevergoeding voor (gewezen) politiemedewerkers. Op dit moment is een Regeling Vergoeding beroepsziekten politie in voorbereiding waarmee hieraan structureel invulling wordt gegeven. Tot slot heb ik in mijn CAO inzet ook benoemd dat ik wil komen tot een aanspraak op schadevergoeding in het geval van een beroepsincident. Hiermee wordt betrokkene een gang naar de rechter bespaard.

Met formele vastlegging wil ik voor nu en de toekomst borgen dat politieambtenaren de zorg krijgen die zij verdienen. De tot stand te brengen regelgeving legt daarmee als het ware een fundament onder de huidige ontwikkelingen en zorgt ervoor dat deze ook in de toekomst gewaarborgd zijn.

Door deze in de regelgeving vast te leggen kan de politieambtenaar zich hierop ook beroepen tegenover de werkgever indien dit nodig mocht zijn.

Het 24/7 loket Politie.

Het 24/7 Loket Politie is een externe en laagdrempelige voorziening voor (oud) politiemedewerkers, leidinggevenden en het thuisfront. Bij het loket kan men 24 uur per dag en 7 dagen in de week terecht met diverse hulpvragen. Doorverwijzing naar deskundige hulp (bijvoorbeeld een gespecialiseerde GGZ-instelling) binnen of buiten het korps behoort tot de mogelijkheden. Het uitgangspunt daarbij is altijd de eigen wens van de politiemedewerker.

Bij het loket zijn gespecialiseerd maatschappelijk werkers werkzaam, die beschikken over kennis van de politiecontext. Enkele leden van de Tweede Kamer gaven aan signalen te hebben ontvangen over het functioneren en de positionering van het 24/7 Loket Politie. Zo zouden er bijvoorbeeld politiemensen zijn die zich niet tot het loket willen wenden of zou het loket niet goed bereikbaar zijn. Deze signalen neem ik zeer serieus en heb ik laten uitzoeken.

Het 24/7 Loket Politie voorziet in aanvullende professionele en eenduidige zorgopvang, iets dat in de voormalige politiekorpsen lang niet altijd aanwezig was. Ik ben er van overtuigd dat het 24/7 Loket Politie aantoonbaar meerwaarde heeft. Dat neemt niet weg dat de doeltreffendheid en dienstverlening van het 24/7 Loket Politie voortdurende aandacht heeft. De korpschef ziet in nauwe samenwerking met het 24/7 Loket Politie ruimte voor verdere verbetering.

Terugkijkend naar het 24/7 Loket Politie vanaf het moment van oprichting in 2012, staat vast dat er geen enkele klacht met betrekking tot het loket is ingediend op basis van de privacy- en klachtenprocedure die wordt gehanteerd.

Daarnaast is het 24/7 Loket sinds de opening in 2012 altijd bereikbaar geweest, buiten enkele technische storingen bij KPN. Het 24/7 Loket Politie is tweemaal geëvalueerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. De uitkomsten van deze evaluaties zijn op hoofdlijnen positief en bevestigen de oorspronkelijke doelstellingen. De laagdrempeligheid, onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid worden als sterke punten genoemd. Wel doet het onderzoeksbureau een aantal aanbevelingen om de dienstverlening te verbeteren:

  • Het verschaffen van meer duidelijkheid over de vragen waarmee cliënten bij het 24/7 Loket terecht kunnen en over de concrete producten die het 24/7 Loket biedt;

  • De anonimiteit van de cliënten moet weliswaar geborgd blijven, maar meer geaggregeerde, geanonimiseerde informatie op niveau van de eenheid kan heel waardevol kan zijn voor onder meer de verbetering van de interne zorglijn;

  • Het 24/7 Loket moet beter in staat zijn om psychische problematiek te signaleren en tijdig door te verwijzen.

De politie neemt de aanbevelingen uit de evaluaties over en zal deze in het 24/7 Loket implementeren.

Geestelijke verzorging.

Zoals hierboven is geschetst brengt politiewerk de confrontatie met ingrijpende situaties met zich mee, soms op leven en dood.

Dit vraagt binnen het politievakmanschap extra aandacht voor het maken van morele afwegingen en raakt aan vraagstukken over identiteit en levensbeschouwing. In de CAO Politie 2005–2007 zijn reeds afspraken gemaakt over de geestelijke verzorging binnen de politiekorpsen. Door korpsen is hier op verschillende wijze invulling aan gegeven.

De totstandkoming van de nationale politie biedt de mogelijkheid om een gezamenlijke visie op zingevingsvragen in relatie tot goed politievakmanschap en veilig en gezond werken te ontwikkelen.

Het onderzoeksrapport «Zin in politiewerk» (2014) geeft hiervoor een aantal aanknopingspunten.1 Het rapport onderschrijft dat zingeving onlosmakelijk verbonden is met het politiewerk, vanwege de waardengedrevenheid van de politieorganisatie, de morele dimensie van het dagelijkse politiewerk en de impact die het werk kan hebben op de politiemedewerkers.

Op dit moment wordt uitgewerkt hoe de aandacht voor zingevingsvraagstukken het beste kan worden vormgegeven binnen het politiekorps, als onderdeel van het politievakmanschap en van de zorg voor en begeleiding van het politiepersoneel en op welke wijze daar vanuit het vak geestelijke verzorging ondersteuning en versterking aan gegeven kan worden. Bij de uitwerking wordt zowel intern aanwezige als externe expertise op het gebied van zingeving en geestelijke verzorging betrokken, waaronder expertise vanuit de Diensten Geestelijke Verzorging van Defensie en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

In het najaar 2015 ontvang ik een advies van de korpschef over passende vormen van bewustwording, begeleiding en ondersteuning van politiemedewerkers bij vraagstukken over zingeving en geestelijke verzorging binnen de politieorganisatie. Uiteraard zal ik dit advies bespreken met de politievakorganisaties, mede in relatie tot de al eerder gemaakte afspraak uit CAO Politie 2005–2007. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit overleg.

Tot slot.

Ik ga er van uit dat ik met deze brief aan de toezeggingen u te informeren tegemoet ben gekomen en hoop en verwacht dat u met de door mij voorgestelde uitwerking en borging van de bijzonder zorgplicht voor politieambtenaren kunt instemmen.

De Minister van Veiligheid en Justitie,G.A. van der Steur