Kamerbrief Defensie 20 juni 2019 (onderzoeken voorvallen KMA)

Op 13 december jl. heb ik, mede namens de minister, uw Kamer geïnformeerd over verschillende onderzoeken die Defensie op dat moment instelde naar aanleiding van enkele gesignaleerde voorvallen op het gebied van sociale onveiligheid en onwenselijk gedrag (Kamerstuk 35.000-X, nr. 76). De onderzoeksrapporten zijn inmiddels gereed. Ik informeer u in deze brief, mede namens de minister, over de bevindingen en maatregelen.

 

Onderzoeken NLDA naar ongewenst gedrag

Op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) en het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), beide onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA), zijn in december jl. twee onderzoeken gestart naar aanleiding van signalen die de commandant van de NLDA op dat moment had ontvangen over ontoelaatbaar gedrag. Het ging enerzijds om het delen van kwetsend en beledigend beeldmateriaal in een WhatsApp-groep, waaronder afbeeldingen van pornografische en racistische aard en met verwijzingen naar Nazi-Duitsland (onderzoek 1). Anderzijds had de commandant van de NLDA signalen ontvangen die de sociale veiligheid betroffen, onder meer over ongepaste relaties tussen een kaderlid en cadetten (onderzoek 2).

In de bijlage bij deze brief vindt u de bevindingen van de beide onderzoeken, evenals de bevindingen van een derde onderzoek naar ontoelaatbare uitingen in relatie tot Nazi-Duitsland op een andere defensielocatie. Gelet op de bevindingen van de onderzoeken naar het ongewenste gedrag op de NLDA, ben ik van oordeel dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag door de betrokken studenten (onderzoek 1) en door het betreffende kaderlid dat relaties had met meerdere cadetten (onderzoek 2).

 

Maatregelen

Allereerst zullen algemene maatregelen worden genomen, zoals het nadrukkelijker uitdragen en strakker handhaven van de bestaande normen en het actief bevorderen van een sociaal veilige leef- en werkomgeving binnen de NLDA.

Daarnaast vraagt het om meer specifieke maatregelen. Op basis van het onderzoek naar het beeldmateriaal ben ik van oordeel dat vijf NLDA-studenten de normen op ernstige wijze hebben overtreden. Dit geldt ook voor het kaderlid dat relaties had met meerdere cadetten. Het proces dat moet leiden tot het treffen van passende maatregelen ten aanzien van deze studenten en het kaderlid is in gang gezet.

Ook zal een evaluatie plaatsvinden met en van de voor hen verantwoordelijke leiding ter plaatse met als doel herhaling te voorkomen. Met de overige betrokkenen bij de WhatsApp-groep en de voor hen verantwoordelijke kaderleden en docenten zullen gesprekken worden gevoerd waarin normbesef centraal zal staan, evenals het bevorderen van een cultuur waarin cadetten en leidinggevenden elkaar veilig kunnen aanspreken op ongewenst gedrag.

Bovendien zal dit incident in samenhang met de gedragscode en -regels Defensie in nader te bepalen werkvormen met alle studenten van de NLDA worden besproken om er lering uit te trekken.

Tevens wordt de SG-aanwijzing waarin regels zijn gesteld met betrekking tot het aangaan van relaties in de werkomgeving op korte termijn gepreciseerd met bepalingen die specifiek zijn toegesneden op de context van Defensie-opleidingen. Het gaat hierbij onder andere om het aanscherpen van de regels voor opleidingseenheden. Zodra dit gereed is, zal hier binnen de NLDA breed aandacht voor worden gevraagd. Voorts worden de richtlijnen omtrent het gebruik van social media en communicatie binnen groepen zoals WhatsApp nader gepreciseerd.

Uit het onderzoek sociaal veilige leef- en werkomgeving (onderzoek 2) en uit het werkbelevingsonderzoek dat is gehouden onder de NLDA-studenten, zoals aangekondigd in mijn brief van december, komt naar voren dat er ook maatregelen nodig zijn die voorwaardelijk zijn om een sociaal veilige leef- en werkomgeving te realiseren. Daarbij zal onder meer moeten worden gekeken naar de kwaliteit van huisvesting, de personele bezetting, het tegengaan van verveling, de inrichting van opleidingen, cultuur, communicatie, de verdeling van bevoegdheden en de samenstelling van het kader. Ik heb daarom de secretaris-generaal opdracht gegeven om een taskforce in te richten die de benodigde maatregelen in kaart gaat brengen en een plan van aanpak zal opstellen dat zich richt op de oplossing van problemen op systeemniveau. De taskforce betrekt hierbij ook de uitkomsten van het genoemde werkbelevingsonderzoek. Uiteraard zal ik uw Kamer op de hoogte stellen van de voortgang.

Mede namens de minister,

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Drs. B. Visser