Gevechtsinsigne voor bemanning beschoten helikopter

Nieuwsbericht Defensie | 26-01-2010 | 14:48 | De bemanning van de Cougar-transporthelikopter die in december 2009 een noodlanding moest maken nadat ze vanaf de grond waren beschoten, heeft afgelopen zaterdag het Gevechtsinsigne ontvangen. De versierselen werden uitgereikt door kolonel Peter Tankink, de commandant van de Nederlandse Air Task Force.

Tankink sprak zijn bewondering uit voor de manier van handelen van de militairen: ”De bemanning heeft als team bijzonder professioneel gehandeld. Door hun teamwork zijn niet alleen slachtoffers voorkomen maar is de Cougar-helikopter voor de Koninklijke Luchtmacht ook behouden gebleven.”

Toestel beschoten

Op donderdag 10 december maakte de Cougar van het Defensie Helikopter Commando een noodlanding in het noorden van de Afghaanse provincie Kandahar. Vanaf de grond werd met kleinkaliberwapens op het toestel geschoten waarbij schade ontstond aan het aandrijfsysteem. De vliegers moesten het toestel snel aan de grond te zetten op een vooruitgeschoven basis.

Helikopter vervangen

De beschadigde helikopter is een week na de noodlanding weer terugvervoerd naar Kandahar Airfield (KAF). In de loop van december is de Cougar naar Nederland getransporteerd en vervangen door een ander exemplaar.

Inzet van Cougars

De Koninklijke Luchtmacht heeft op dit moment 5 Cougar-transporthelikopters op KAF gestationeerd. In november 2009 bereikten zij het 4.000e vlieguur. De toestellen worden sinds augustus 2006 ter ondersteuning van de ISAF-missie ingezet. Daarbij transporteren zij personeel en materieel door het hele inzetgebied.

Bushmaster op geïmproviseerd explosief

Nieuwsbericht | 07-10-2009 | 16:29

In Uruzgan is vanmiddag rond 14.00 uur lokale tijd een Nederlandse Bushmaster op een geïmproviseerd explosief gereden. Drie militairen raakten zeer licht gewond en zijn ter observatie naar het Role 2-ziekenhuis op Kamp Holland overgebracht.

De Nederlanders voerden een patrouille uit in de omgeving van de plaats Gandabe, ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Tarin Kowt. De betrokken militairen hebben zelf hun relaties geinformeerd.

27 580 Leukemie bij uitgezonden militairen

nr. 13

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2009

In 1998 kwam het Hawk-radarsysteem in Nederland in de publiciteit naar aanleiding van berichten in de Belgische media. In deze berichten werd gesuggereerd dat bij personen die met de Hawk hadden gewerkt meer kanker en vooral kanker van de bloedbereidende organen (zoals leukemie en ziekte van Hodgkin) zou voorkomen. Verschillende acties zijn toen door Defensie ondernomen. Deze zijn gemeld in de Kamerbrief van 11 september 1998 (Kamerstuk 26 163, nr. 1). Toen is ook melding gemaakt van een Belgisch epidemiologisch onderzoek, waarbij de sterftekans bij Belgische militairen die met de Hawk hadden gewerkt werd onderzocht. Op 16 september 2005 is de Kamer geïnformeerd over de eerste resultaten van dit onderzoek (Kamerstuk 27 580, nr. 11). Uit de resultaten blijkt dat geen toename van sterfte is vastgesteld onder militairen die werkzaam waren bij Hawk-eenheden. Eerder dit jaar is de definitieve versie van het vervolg op het Belgische onderzoek gepubliceerd. In deze brief informeer ik u over dit onderzoek, het oordeel van het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en geef ik u mijn appreciatie. Ik sluit af met enkele vervolgstappen.

Belgisch vervolgonderzoek

In het vervolgonderzoek zijn specifieke doodsoorzaken onderzocht. In het gepubliceerde wetenschappelijk artikel (Degrave e.a.) over dit onderzoek1 wordt het volgende geconcludeerd: Belgische militairen die op een basis hebben gewerkt waar een Hawk-radarsysteem operationeel was, hebben, bij een vrijwel gelijke sterftekans, een hogere sterfte aan bepaalde soorten kanker (met name hemolymfatische kankersoorten zoals bloed-, beenmerg- en lymfeklierkanker) dan militairen die op een vergelijkbare basis hebben gewerkt waar geen Hawk-radarsysteem operationeel was. Blootstelling aan radarstraling wordt in de publicatie als één van de mogelijke factoren genoemd. In België worden de consequenties van de bevindingen van het onderzoek nog beschouwd. Vooralsnog zijn geen nadere maatregelen getroffen.

Voor de onderzochte groep militairen kon echter niet goed worden vastgesteld of, en zo ja in welke mate, men was blootgesteld aan radarstraling. Uit het artikel blijkt dat personeel in een aantal gevallen mogelijk aan hogere doses elektromagnetische straling is blootgesteld dan was toegestaan volgens de daarvoor geldende normen. Ook kan volgens de auteur op zeer korte afstand (decimeters) van de zendbuis van de Hawk-installatie relevante blootstelling zijn opgetreden aan röntgenstraling die vrijkomt bij het opwekken van de radarstraling. Overigens zijn na 1979 extra voorzieningen getroffen om de blootstelling aan röntgenstraling te beperken. Daarnaast is in het onderzoek onderzocht of tussen de militairen verschillen mogelijk waren in blootstelling aan chemische stoffen. De voor onderhoud en reiniging gebruikte stoffen waren doorgaans gelijk. Het enige verschil dat gevonden is, betrof de koelvloeistof voor de radarinstallaties, maar die stof wordt door het International Agency for Research on Cancer (IARC) niet als kankerverwekkend aangemerkt. Gegevens over rookgedrag, alcoholgebruik, voedingsgewoontes, leefgewoontes enlifestyle van de onderzochte personen waren niet beschikbaar, maar de onderzoekers zijn ervan uitgegaan dat de onderzochte groepen op deze punten weinig van elkaar verschillen. Het onderzoek vindt geen verklaring van het verschil tussen de mogelijke doodsoorzaken.

Reactie Kennisplatform Elektromagnetische Velden

Defensie heeft het Belgische vervolgonderzoek ter beoordeling voorgelegd aan het Kennisplatform Elektromagnetische Velden waarin RIVM, TNO, KEMA, de GGD’en, Agentschap Telecom en ZonMw. zijn vertegenwoordigd. Het Kennisplatform concludeert het volgende:

«Het Kennisplatform volgt Degrave in de conclusie dat sterfte aan bloed-, beenmerg- en lymfeklierkanker vaker voorkomt bij beroepsmilitairen die hebben gewerkt op bases waar ook HAWK luchtverdedigingssystemen werden gebruikt. Het Kennisplatform is het met Degrave eens dat nog vastgesteld moet worden wat deze toename heeft veroorzaakt. Wat dit voor de Nederlandse situatie betekent, is nog onbekend. Evenmin is duidelijk of er Nederlandse gegevens beschikbaar zijn voor nader onderzoek.»

Het kennisplatform sluit verder niet uit dat andere factoren dan elektromagnetische of röntgenstraling voor de sterftetoename verantwoordelijk kunnen zijn.

Appreciatie Belgisch onderzoek

Voor de in het Belgische vervolgonderzoek vastgestelde hogere sterfte door kanker wordt geen oorzaak gegeven. Uit het onderzoek kan niet worden geconcludeerd of blootstelling aan elektromagnetische straling of röntgenstraling een verklaring is voor het geobserveerde verschil in sterfte door kanker. Het is mogelijk dat het verschil wordt verklaard door blootstelling aan andere oorzaken van kanker, waarbij geen relatie is met de werkzaamheden. Hoewel is aangenomen dat de onderzochte groepen, vergelijkbaar waren met betrekking tot rookgewoontes, alcoholgebruik, voedingspatroon, dagelijkse bezigheden en lifestyle kunnen eventuele verschillen daarin niet zonder meer worden uitgesloten.

De onnauwkeurigheid bij de vaststelling van doodsoorzaken en de incomplete registratie van doodsoorzaken, gecombineerd met relatief kleine aantallen van specifieke kankers in de onderzoekspopulatie en controlegroep, maken het mogelijk dat het gevonden verschil in sterfte door bloed-, beenmerg- en lymfeklierkanker op toeval is gebaseerd. Bovendien is de kankersterfte ten gevolge van bloed-, beenmerg- en lymfeklierkanker niet vergeleken met de algemene bevolking en is niet te beoordelen of het verschil in sterfte wordt verklaard door een hoger dan gemiddelde sterfte aan bloed-, beenmerg- en lymfeklierkanker in de Hawk-groep, of door een lager dan gemiddelde sterfte aan bloed-, beenmerg- en lymfeklierkanker in de controlegroep. Wel is in het Belgische onderzoek uit 2005 de algemene kankersterfte in de onderzoeksgroep vergeleken met die van de algemene bevolking. Daaruit werd geconcludeerd dat er sprake was van een lagere sterfte aan kanker bij militairen in vergelijking met de algemene bevolking. Dit wordt toegeschreven aan het healthy worker effect. Een causale relatie tussen werkzaamheden met het Hawk-radarsysteem en kanker wordt in de vervolgstudie niet bewezen.

Over de effecten van blootstelling aan elektromagnetische straling is veel onderzoek gedaan. De Gezondheidsraad concludeert in een rapport uit 19971 dat epidemiologische onderzoeken geen overtuigende aanwijzingen geven dat, bij de niveaus waaraan mensen gewoonlijk worden blootgesteld, algemene gezondheidseffecten ten gevolge van blootstelling aan elektromagnetische velden te verwachten zijn. Epidemiologisch onderzoek biedt op dit moment geen aanwijzingen dat elektromagnetische velden een kankerverwekkend effect hebben. Onderzoeken die de indruk wekken dat er een grotere kans op kanker is voor die beroepen waarin gecombineerde blootstelling aan elektromagnetische velden en chemische stoffen voor kan komen, waren niet goed genoeg van opzet.

De Gezondheidsraad meldt in een advies uit 20012 dat van nature, alleen al door toevalsschommelingen, een zekere variatie in plaats en tijd bestaat in het vóórkomen van bepaalde aandoeningen en gezondheidsklachten onder de bevolking. Dit betekent dat door toeval zo nu en dan in elk denkbaar gebied meerdere soortgelijke ziektegevallen voorkomen. Anderzijds zijn er ook gebieden waar minderziektegevallen voorkomen dan het landelijk gemiddelde. Naast de natuurlijke variatie (toeval) kunnen ook lokale verschillen in algemene risicofactoren verantwoordelijk zijn voor een verhoogd optreden van bepaalde gezondheidsklachten of aandoeningen in een bepaald gebied.

In een in opdracht van Defensie tot stand gekomen TNO rapport uit 20053 wordt geconcludeerd dat in de huidige wetenschappelijke literatuur de causale relatie tussen blootstelling aan radarstraling en het optreden van kanker niet is aangetoond. In de recente literatuur ontbreekt overtuigende bewijskracht dat blootstelling aan elektromagnetische velden, bij de in deze literatuurstudie betrokken frequenties, kanker zou kunnen veroorzaken. Het enige wetenschappelijk aangetoonde effect is gezondheidsschade door opwarming. Met betrekking tot de onderzochte blootstellingkarakteristieken zijn er geen overtuigende aanwijzingen om de blootstellinglimieten voor radarsystemen zoals Hawk te herzien of aan te passen.

Hoewel röntgenstraling effect kan hebben op de gezondheid, is de straling die vrijkomt bij de opwekking van de Hawk radarstraling van een beperkte energie, waardoor de stralingsdosis die men kan oplopen te verwaarlozen is en geen overschrijding van de wettelijke dosislimieten kan plaatshebben.

Conclusie en vervolgstappen

Het Belgische vervolgonderzoek roept vragen op. Duidelijk is dat het onderzoek niets zegt over oorzaken die het verschil in het vóórkomen van kanker tussen de onderzochte groepen verklaren. Ook is een causaal verband – met het gebruik van Hawk of anderszins – niet aangetoond. Uit het onderzoek kunnen geen conclusies getrokken worden voor Nederlands defensiepersoneel dat met of bij Hawk-installaties heeft gewerkt. Niettemin is het belangrijk om de Nederlandse belanghebbenden goed te informeren en voor de Nederlandse situatie meer duidelijkheid te verschaffen. Daarom worden de volgende stappen gezet.

Informeren

De verschillende doelgroepen ((oud)defensiemedewerkers en overige belanghebbenden) worden geïnformeerd over het onderzoek en de betekenis daarvan. De tekst van het rapport, de beoordeling door het Kennisplatform en veelgestelde vragen worden geplaatst op een vaste «radarstraling»-pagina op zowel het intranet van Defensie als de internetpagina van Defensie. Een informatiepunt is ingericht bij Postbus 51. Eventuele vragen kunnen daar worden beantwoord of worden doorgeleid naar Defensie.

Nederlands epidemiologisch onderzoek

Er is tot op heden bij Defensie geen epidemiologisch onderzoek gedaan naar effecten van radarstraling in Nederland. Dit is ook expliciet gemeld in de brief met te nemen acties uit 1998. Ik zal nu een haalbaarheidsstudie laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor een onderzoek naar gezondheidseffecten bij Nederlands defensiepersoneel dat met de Hawk heeft gewerkt of geplaatst was bij eenheden die beschikten over Hawk-apparatuur. Deze haalbaarheidsstudie is noodzakelijk omdat nu al duidelijk is dat er enkele praktische obstakels overwonnen moeten worden. Zo is het lastig gebleken te traceren wie met of in de nabijheid van Hawk-installaties heeft gewerkt. Bovendien zijn geen digitaal beschikbare bestanden aanwezig van vóór 1994 en is de exacte blootstelling van individuen niet meer te reconstrueren. Indien alleen gegevens van ná 1994 worden gebruikt, zal de onderzoeksgroep en het aantal kankergevallen kleiner zijn, waardoor de betrouwbaarheid van de resultaten afneemt. Wanneer toch wordt besloten epidemiologisch onderzoek te doen, moet rekening worden gehouden met een lange doorlooptijd voor het onderzoek en onzekerheid of een betrouwbare onderzoekspopulatie kan worden vastgesteld. Door het ontbreken van blootstellinggegevens zal geen uitspraak kunnen worden gedaan over een eventueel causaal verband tussen het vóórkomen van kanker en blootstelling aan radarstraling.

Alleen als uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat een epidemiologisch onderzoek haalbaar is en relevante onderzoeksresultaten kan opleveren, zal ik een dergelijk onderzoek laten uitvoeren.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

Militairen lichtgewond in Uruzgan

Nieuwsbericht | 14-07-2009 | 13:25

Op Camp Hadrian in Deh Rawod zijn vanochtend rond half 9 lokale tijd 2 Nederlandse militairen lichtgewond geraakt bij een wapentest op de ‘heavy weapon range’.

Het boordwapen van het voertuig van een coalitiepartner heeft bij de test, een standaardprocedure voor aanvang van een patrouille, het Nederlandse YPR- pantserrupsvoertuig geraakt waar de 2 militairen naast stonden.

Beide militairen zijn overgebracht naar het Role 2 hospitaal op Kamp Holland. De Koninklijke Marechaussee doet onderzoek naar de toedracht van het incident.

Daarnaast is vanochtend rond half 11 lokale tijd in de Baluchi-vallei een Bushmaster met 5 militairen op een geïmproviseerd explosief (IED) gereden. Hierbij raakte 1 militair lichtgewond. Hij is overgebracht naar het Role 2 hospitaal op Kamp Holland.

Alle militairen hebben zelf hun thuisfront geïnformeerd.

Periodiek overzicht Afghanistan (video)

Nieuwsbericht | 09-07-2009 | 16:00

Verschillende incidenten hebben afgelopen weekend plaatsgevonden tijdens een konvooioperatie van Tarin Kowt naar Kandahar. Hierbij zijn 7 Nederlandse militairen gewond geraakt en overgebracht naar de ziekenhuizen op Kamp Holland en Kandahar Air Field. Ter plekke konden een Nederlandse en Afghaanse militair aan hun zeer lichte verwondingen geholpen worden.

De gebeurtenissen vonden plaats op 55 tot 60 kilometer ten zuiden van Kamp Holland, in de provincie Kandahar. Een drietal militairen zijn inmiddels overgebracht naar het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. De andere 4 keren terug naar hun eenheid. Konvooioperaties tussen Tarin Kowt en Kandahar vinden met enige regelmaat plaats om de Afghaanse en ISAF-veiligheidstroepen in de provincie Uruzgan te bevoorraden.

Hoog tempo

Met de komst van de extra troepen is het aantal operaties en het tempo aanzienlijk verhoogd in Zuid- Afghanistan. In de provincie Helmand wordt een zeer grote operatie uitgevoerd. Ook de eenheden van Task Force Uruzgan (TFU) voeren vele operaties uit met hun Afghaanse collega’s in de provincie Uruzgan. Zowel in de gebieden waar al veel contacten zijn, als aan de randen van de zogenoemde inktvlek vindt intensieve patrouillegang plaats. Met Gouverneur Hamdam is hierover veelvuldig contact, evenals met de Afghaanse veiligheidsdiensten over de situatie in Uruzgan.

Onderstaande video laat de werkzaamheden van Nederlandse militairen in een Operational Mentor and Liaison Team (OMLT) zien. Zij patrouilleren samen met eenheden van de Afghan National Army (ANA).

Video Player

00:00
01:59

Mobiele telefoons

In Deh Rawod is een telefoonmast geplaatst waardoor de lokale bevolking nu kan bellen met een mobiele telefoon. De mast kan 150 gesprekken tegelijk verwerken. Het Provincial Reconstruction Team (PRT) realiseerde dit project met de Afghaanse telefoonmaatschappij Roshan.

Op de bazaar in het dorp werden sinds anderhalve maand al veel telefoontjes en pre-paid kaarten verkocht. “De bevolking was er klaar voor. Sinds de mast officieel in gebruik is, zijn alle mensen in Deh Rawod in de hoerastemming”, aldus kapitein Jeffrey van het PRT-missieteam. De gesprekskosten zijn betaalbaar, per minuut kost het bellen 5 Afghani (€ 0,075).

Zowel technische als materiële ondersteuning werd geleverd voor dit project. De mast en de satelliet staan in het dorp bij een beveiligd gebouw. Amerikanen en Canadezen leverden veel steun bij de constructie, veiligheid, transport en het onderkomen van de arbeiders die de mast bouwden.

Vrouwenshura

De vrouwenshura in Deh Rawod is nieuw leven ingeblazen. Elke zondag komen nu rond de 50 vrouwen bijeen. Ze praten over diverse onderwerpen. Het valt het PRT op dat de vrouwen steeds meer zelfvertrouwen krijgen.

Civiele vluchten

Onder grote belangstelling van Afghaanse pers, ministers en non-gouvernementele organisatiesuit Kabul is 29 juni het eerste civiele vliegtuig op het vliegveld van Tarin Kowt geland. Het vliegtuig van luchtvaartmaatschappij KamAir landde veilig op de ‘strip’ vlakbij Kamp Holland. Na Kandahar is Uruzgan de tweede provincie in Zuid-Afghanistan waar deze vliegtuigmaatschappij landt. KamAir zal 3 keer per week Tarin Kowt aandoen.

Internationale schietwedstrijd

Bij een internationale schietwedstrijd op Kamp Holland wist één van de Nederlandse teams een vierde plaats te veroveren. Aan de wedstrijd namen 14 teams deel uit Australië, Verenigde Staten, Slowakije en Nederland. De categorieën bestonden uit geweer- en pistoolschieten vanaf verschillende afstanden. Het zwaarst was de estafetteversie, waarbij de militairen een afstand moesten rennen tot het schietpunt. De Australiërs wisten met 80 punten verschil de eerste plek te bemachtigen boven hun Amerikaanse collega’s.

Vuurcontacten

  • Op Kandahar Airfield heeft afgelopen week een raketaanval plaatsgevonden. Hierbij vielen geen gewonden en werd geen schade aangericht.
  • F-16 jachtvliegtuigen van de Nederlandse Air Task Force kwamen afgelopen week meerdere malen in actie om ISAF-grondeenheden in het zuiden van Afghanistan te ondersteunen.
  • Nederlandse Apaches hebben ondersteuning geleverd aan de konvooioperatie van Tarin Kowt naar Kandahar. Ook hebben de Apaches ondersteuning geleverd aan een Afghaanse eenheid in de omgeving van Deh Rawod.
  • Ten noorden van Tarin Kowt in het Deh Rahsan-gebied reden op 29 juni 5 Nederlandse militairen met hun Mercedes-Benz op een geïmproviseerd explosief (IED). Drie militairen raakten lichtgewond en twee militairen konden na een korte behandeling het ziekenhuis verlaten. Eén militair van deze groep is overgebracht naar het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. De andere militairen keren terug naar hun eenheid.
  • In de omgeving van Tarin Kowt heeft een eenheid van de Battlegroup tijdens een patrouille een 107mm raket gevonden. Deze is door de genie geruimd.
  • Een patrouille werd beschoten met klein kaliber wapens ten noorden van Tarin Kowt. Later die week werd een eenheid van de TFU opnieuw beschoten in dezelfde omgeving. Beide keren heeft de eenheid teruggevuurd. Aan Nederlandse zijde zijn geen slachtoffers of schade te melden.
1 2 3 4 5 6 7