PvdA en D66: openbaar debat over fraudeonderzoek provincie

ASSEN – Een openbaar debat op woensdag 18 juni over de ambtenarenkwestie op het provinciehuis en het omstreden rechercheonderzoek van Marple. Dat willen D66 en PvdA in Provinciale Staten.

Aanleiding zijn nieuwe onthullingen bij RTV Drenthe en Brandpunt afgelopen weekend over omstreden onderzoeksmethodes, het criminaliseren van een ambtenaar op basis van onjuiste conclusies, en het inzetten van zware beveiliging.


Onthutsend

Na schriftelijke Statenvragen gisteren van CDA, SP en GroenLinks, vindt PvdA-Statenlid Roelie Goettsch het tijd voor een openbaar debat. De PvdA noemt de onthullingen ‘onthutsend’ en vindt dat die de provincie schaden. Goettsch vindt dat dit beeld door GS rechtgezet moet worden door in het openbaar aan te geven hoe de onderzoekers te werk zijn gegaan, waarom zware beveiligingsmaatregelen zijn getroffen en welke beweringen nu wel en niet juist zijn.
Schadelijk
D66-Statenfractievoorzitter Marianne van der Tol heeft, nu er zoveel Statenvragen liggen, inmiddels alle fractievoorzitters benaderd met het verzoek om de kwestie op de agenda te zetten van de Statencommissie Financiën en Bestuur van 18 juni. Ze schrijft: “De achterliggende gedachte van ons verzoek is dat er door de onthullingen een beeld van de provincie is ontstaan dat schadelijk en ongewenst zou kunnen zijn. We hopen dat tijdens de vergadering feiten en geruchten gescheiden kunnen worden, en dat er meer duidelijkheid komt.” D66 wil voorkomen dat dit een langslepende kwestie wordt.
Gerehabiliteerd
Het college van Gedeputeerde Staten beraadt zich vandaag over het verzoek voor bespreking van de kwestie op 18 juni. De Beiler jurist mr. Ferre van de Nadort, die een 58-jarige ambtenaar bijstaat die na 33 jaar strafontslag krijgt, noemt het ‘terecht’ dat de politiek zich nu roert. Zijn cliënt is de man vanwege wie de provincie zware beveiliging liet inzetten ten tijde van zijn schorsing omdat hij ‘een risico kon vormen’. Volgens Marple was hij lid van een criminele motorclub in Hoogeveen en zou hij als jager ook vuurwapens thuis hebben. Van de Nadort: “Ik hoop dat hierdoor duidelijk wordt hoe de zaak werkelijk zit en dat mijn cliënt gerehabiliteerd wordt.”
De jurist wacht nog altijd op een uitnodiging voor een gesprek met de provincie, waarvoor hij al herhaaldelijk een verzoek heeft ingediend. De provincie wil verder niet op de kwestie reageren. Daarbij wordt ook als reden aangevoerd ‘dat ze met partijen in gesprek is’.

KRO Brandpunt | Bespied door de baas

KRO Brandpunt | Fietspadencontroleur wordt van de ene op de andere dag persona non grata.

Op 1 juni 2014 besteedde KRO Brandpunt aandacht aan Ruud. Ruud was fietspadencontroleur en werd door zijn werkgever, een provincie, van de ene op de andere dag persona non grata.

Nadat er stenen bij de provincie waren verdwenen ontstond een heuse klopjacht. Ruud werd ten onrechte afgeschilderd als outlaw-biker en vuurwapengevaarlijk. Leidinggevenden werden in gepantserde wagens vervoerd. Er dook een gezin onder. Telefoons zijn afgeluisterd en er werd een GPS-baken onder de privéwagen van Ruud geplaatst.

Ruud heeft door onze tussenkomst een regeling kunnen treffen.


Naar uitzending: KRO Brandpunt | 1 juni 2014

BEILEN/ASSEN – Vier geschorste provincieambtenaren krijgen strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim. Maar volgens de jurist die een van de mannen bijstaat, is er sprake van onterechte verwijten en ontoelaatbare onderzoekspraktijken.

Grof geschut

Jurist Ferre van de Nadort vindt dat er met ‘grof geschut’ is gewerkt, als het gaat om de onderzoeksmethoden van het recherchebureau Marple. Dat deed voor de provincie maandenlang onderzoek naar, in eerste instantie, drie provincieambtenaren in de buitendienst.
De jurist uit Beilen wijst op het toepassen van een track and trace-systeem, waarbij drie maanden lang de privéauto van zijn cliënt met een zender is gevolgd. “Dit zijn methoden die je niet zou verwachten in een land als Nederland, waarbij er er geen redelijke verdenking is. Dit is buiten elke proportie.”

Plichtsverzuim

Het onderzoek naar ernstig plichtsverzuim onder de provincieambtenaren begon vorig najaar. Dat werd ingesteld na signalen van ontoelaatbare praktijken, zoals handel in gekapt hout dat voor eigen gewin werd doorverkocht, en er zouden te makkelijk spullen worden meegenomen die voor de sloop waren. Drie ambtenaren in de buitendienst kwamen bij het onderzoek in beeld. Verlofuren De cliënt van Van de Nadort, die toezicht hield op bouwprojecten in de provincie, wordt uiteindelijk verweten dat hij niet zorgvuldig met de werk- en verlofuren omging en dat hij te veel dienstkilometers heeft gedeclareerd.
In december kreeg de man nog een goede beoordeling, terwijl er op dat moment onderzoek naar hem gedaan werd. Klokkenluider Een van de ambtenaren, die ook strafontslag krijgt, is oud-PvdA-raadslid Erik Koerts uit Westerbork. Hij was teamleider bij de provincie en kaartte de praktijken aan, maar werd half februari zelf geschorst omdat hij over het onderzoek had gepraat met derden. Dat is ontdekt door het afluisteren van telefoongesprekken. Dat wordt hem zo zwaar aangerekend, dat ook hem ernstig plichtsverzuim wordt verweten. Zijn advocaat laat weten ‘zwaar in de tegenaanval te gaan’. Ook hij vindt dat er zwaar geschut wordt gebruikt.

Zienswijze

Gedeputeerde Henk Brink wil inhoudelijk niet reageren op wat de ambtenaren nu misdaan hebben en ook niet op de onderzoeksmethoden. Hij wil alleen maar kwijt dat ‘er wel degelijk wat aan de hand is en dat er zorgvuldig is gehandeld, waarbij de provincie beslist niet over één nacht ijs is gegaan’. “Maar ze hebben nog de tijd om hun zienswijze te geven, want het strafontslag is nog niet definitief,” aldus Brink.

Sancties voor particuliere beveiligingsorganisaties of recherchebureaus

Persbericht Rijksoverheid | De dienst Justis van het ministerie van Justitie is gestart met het opleggen van de bestuurlijke boetes aan particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, die zich niet aan de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) houden. Justis is belast met het toezicht op deze organisaties en kan sancties opleggen bij overtredingen van de Wpbr. De bestuurlijke boetes kunnen oplopen tot een bedrag van euro 11.250.

Justis is een van de bestuursorganen die de bevoegdheid hebben om aan een persoon of bedrijf die een bestuursrechtelijk voorschrift heeft overschreden de ‘maatregel’ van een boete op te leggen. Wanneer blijkt dat een vergunninghoudende particuliere beveiligingsorganisatie of recherchebureau zich niet aan de wettelijke bepalingen houdt, kan dat leiden tot sancties. Op grond van artikel 15 van de Wet Particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus kan ondermeer de bestuurlijke boete als sanctiemogelijkheid door de dienst Justis worden ingezet.

In Nederland houden de politiekorpsen toezicht op de naleving van de vergunningvoorwaarden door particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus en houdt het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) toezicht op de naleving van de privacygedragscode door recherchebureaus. Zodra de politie of het CBP een overtreding constateert, wordt de dienst Justis van het ministerie van Justitie ingelicht. Op basis van deze melding en een dossier over het bedrijf, zal de dienst Justis beoordelen of de bestuurlijke boete een gepaste maatregel is bij de geconstateerde overtreding Het Centraal Justitieel Incasso Bureau in Leeuwarden int de boete.

De hoogte van de bestuurlijke boete hangt af van de ernst van de overtreding. Bij het herhaaldelijk overtreden van hetzelfde (en eerder beboete) artikel, wordt het oorspronkelijke boetebedrag verhoogd. De bestuurlijke boete is onder te verdelen in de volgende categorien.

Categorie 1

Hierbij gaat het om regels die fundamenteel zijn voor het bestaan van een particuliere beveiligingsorganisatie of recherchebureau. Bijvoorbeeld: De vereiste toestemming van de Minister van Justitie of de Korpschef voor nieuwe leidinggevenden of werknemers. In categorie 1 bevinden zich de meest zware overtredingen. Bij overtreding van de genoemde artikelen kan een maximale boete van euro 11.250,- opgelegd worden.

Categorie 2

Hieronder vallen de regels die gaan over de goede afstemming met de Minister van Justitie als vergunningverlener en de politie als toezichthouder. Deze afstemming is noodzakelijk om de vereiste controle op particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus te kunnen uitoefenen. Overtredingen van artikelen uit categorie 2 kunnen worden beboet met een maximale boete van euro 7.000,-.

Categorie 3

Hierbij gaat het om overtreding van regels, waarvoor de Minister van Justitie een boete kan opleggen, maar die niet van dien aard is dat ze onder categorie 1 of 2 vallen. Het gaat om overtredingen die te classificeren zijn als administratieve nalatigheden. Boetes uit categorie 3 worden afgedaan met een maximale boete van euro 1000,-.

Meer toezicht op particuliere beveiligings- en recherchebureaus

Nieuwsbericht Rijksoverheid | De politie gaat meer toezicht houden op de particuliere beveiligings- en recherchebureaus. Bedrijven die bij de controles in de fout gaan, lopen niet alleen het risico dat de vergunning wordt ingenomen maar krijgen ook een boete.

Opdrachtgevers die willens en wetens bureaus inschakelen voor het op illegale wijze verkrijgen van informatie zijn strafbaar en kunnen worden vervolgd. Dat schrijven de ministers Hirsch Ballin en Ter Horst (BZK) in een brief naar de Tweede Kamer waarin de bewindslieden reageren op een rapport van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid.


Brief Tweede Kamer: Toezicht particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
Rapport: Kwaliteit in particuliere veiligheid, politietoezicht op particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus


brief-toezicht-particuliere-beveiligingsorganisaties (1)20090616-5598418b-toezicht-particuliere-beveiligingsorganisaties


Samenvatting

Op basis van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) hebben de politie en de Koninklijke Marechaussee (KMar) tot taak toezicht te houden op de uitvoering door de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus van de bepalingen uit die wet. De bepalingen in de Wpbr en de daarop gebaseerde regelgeving hebben onder andere betrekking op betrouwbaarheid en bekwaamheid van leidinggeven- den en medewerkers, het dragen van een legitimatiebewijs, het dragen van een uniform, de instructie van en controle op personeel, de afstemming met de politie en het vaststellen van een privacygedragscode.

Door discussies in de Tweede Kamer en uit berichten in de media kwam in de afgelopen jaren een beeld naar voren dat er veel misstanden zijn binnen de particuliere recherche en beveiligingsbranche. Zo zouden particuliere recherchebureaus onrechtmatig aan gegevens komen, zou het toezicht op de vergunningverlening bij recherchebureaus tekort schieten en blijken personen ondanks onherroepelijke veroordeling(en) toch vergunning(en) te krijgen. Hierdoor zouden de belangen van burgers steeds meer in het geding kunnen komen. Gegeven de sterke groei van de sector de afgelopen decennia deed de vraag zich dan ook voor of de overheid voldoende toezicht op de sector uitvoert.

In dat licht hebben de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks- relaties (BZK) de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) gevraagd onder- zoek te doen naar de wijze waarop de politie invulling geeft aan haar toezichtstaak op de vergunningplichtige particuliere beveiligingsorganisaties en particuliere recherchebureaus. De Inspectie OOV is daarbij verzocht om inzicht te geven in de wijze waarop de politie dit toezicht kan verbeteren. Bovendien is de vraag gesteld of het mogelijk is om betrouwbare gegevens te krijgen over het aantal vergunningplichtige particuliere beveiligingsorganisa- ties en recherchebureaus die zonder vergunning werkzaamheden verrichten.

Lees meer…

1 2 3 4